Start Omhoog Volgende

Inleiding van hoofdstuk XI

In dit onderzoek is met en door groepsleiders getracht methodiek te ontwikkelen voor groepsleiders in tehuizen voor jeugdigen. Van meet af aan heeft het onderzoek zich toegespitst op de vraag: hoe om te gaan met conflicten in de dagelijkse leefsituatie, de vraag naar een conflicthanterings-methodiek.

In de loop van het onderzoek bleek dat, als de groepsleider op bepaalde wijzen te werk ging, een botsing helemaal niet tot een conflict (dat is: botsing en de daaropvolgende strijd) hoefde te leiden. De uiteindelijk ontwikkelde methodiek is dan ook niet zozeer een conflicthanterings-methodiek geworden, als wel een, methodiek voor het omgaan met botsingen in de dagelijkse leefsituatie. Niet meer en niet minder.

Niet meer omdat dit onderzoek niet beoogt een methodiek voor de beantwoording van hulp- en ontwikkelingsvragen te bieden; niet minder, omdat het omgaan met botsingen in de dagelijkse leefsituatie de basis is van het werk van de groepsleider. Als deze vastloopt in de botsingen die het dagelijks leven met zich meebrengt, komt hij aan hulp verlenen niet toe; als hij goed met die dagelijkse botsingen om weet te gaan, schept hij de basis voor een klimaat waarin hulp verlenen kansen krijgt. Over die basis gaat de methodiek die in dit hoofdstuk beschreven wordt.

Onder 'methodiek' is in dit onderzoek verstaan:

"een samenhangend geheel van als juist te beargumenteren, bruikbare en vruchtbare handelwijzen die de groepsleider in de dagelijkse leefsituatie kan kiezen, uitvoeren en verantwoorden." (p 3).

Een methodiek bestaat dus uit mogelijke handelwijzen waaruit men kan kiezen, dus uit handelwijzen en een keuze-advies ofwel een voorkeur- of voorrangsregeling.

Dit hoofdstuk geeft de ontwikkelde methodiek en de argumentatie ervoor weer. Om de tekst van dit hoofdstuk goed te kunnen volgen en kritisch te kunnen lezen, is het goed enkele zaken nog even kort te vermelden, met verwijzing naar de vorige hoofdstukken.

1. De zeven elementen van een handelwijze

Het begrip 'handelwijze' is in dit onderzoek uiteengelegd in zeven elementen. De methodische ideeën zijn geformuleerd aan de hand van deze zeven elementen. Het zijn de volgende.
 

Element

Omschrijving

Kortweg

(1)

De wijze waarop de situatie is waargenomen en geïnterpreteerd

interpretatie

(2)

De doelen die gekozen zijn

doel

(3)

De werkwijze die gekozen is

werkwijze

(4)

De wijze waarop de afloop is waargenomen en geïnterpreteerd

afloop

(5)

De bevinding achteraf

bevinding achteraf

(6)

De inzichten en vragen die zijn opgekomen

inzichten

(7)

De weg waarlangs naar verbeterd handelen wordt gezocht

zoekweg

 

[Blz. 254] 

De zeven elementen zijn besproken in hoofdstuk IV p 69 e.v., waar ook een voorbeeld ter verduidelijking is opgenomen.

2. De drie aangetroffen handelwijzen

In dit onderzoek zijn ± 1250 verhalen geanalyseerd en besproken met de groepsleiding. Dit hield in dat getracht is de handelwijze die blijkens het verhaal is gevolgd te formuleren op een iets abstracter niveau [(zie p 89 e.v.)]. Die formuleringen bleken op een hoger niveau van abstractie te groeperen tot drie aangetroffen handelwijzen (zie hoofdstuk IX [par 3]). Deze zijn genoemd:

I    'Gedrag beheersen ,

II   'Persoon ontmoeten' en

III  'Conflict ontwijken'

 

Deze drie aangetroffen handelwijzen zijn samenvattend weergegeven op de pp 199, 200 en 201, en nog eens in kernbegrippen vervat op p 218. Voor een goed begrip van dit hoofdstuk is het noodzakelijk deze pagina's gelezen te hebben. De samenvatting in kernwoorden zal in dit hoofdstuk worden herhaald. De formulering van de methodiek geschiedt aan de hand van deze drie aangetroffen handelwijzen.

3. De gebruikte begrippen

De drie aangetroffen handelwijzen worden in dit hoofdstuk opnieuw in kernwoorden weergegeven, echter in iets andere kernwoorden dan in hoofdstuk IX is gedaan. Dit is gebeurd op grond van de nadere inspectie van de begrippen, waarvan in hoofdstuk X verslag is gedaan. Gevraagd mag worden de begrippen in dit hoofdstuk te lezen zoals ze in het vorige hoofdstuk zijn omschreven en beschreven; men raadplege de samenvatting van dat hoofdstuk waarin zowel de begrippen als de theorie staan.

4. Het ontstaan van de methodiek

De methodiek bestaat uit het aanreiken van een voorrangsregeling voor handelwijzen. Om de methodiek te kunnen beoordelen is het goed nog even stil te staan bij de vraag hoe die methodiek ontstaan is en wat wiens aandeel erin geweest is.

a. De handelwijzen

Deze zijn niet aan een bureau verzonnen, maar in de praktijk aangetroffen. Ze zijn uitgevoerd door 58 groepsleiders, 9 studenten orthopedagogiek en door mijzelf. Dat gebeurde in elf leefgroepen voor jeugdigen zonder extreme of zeer specifieke problematiek. leder heeft zijn eigen handelwijzen opgeschreven. Zo konden ± 1250 verhalen over het handelen in het onderzoek betrokken worden.

Deze verhalen zijn geanalyseerd. Dit hield in dat de handelwijze die beschreven werd, aan de hand van de elementen (zie p 253) op iets abstracter niveau geformuleerd werd. Daardoor konden de verhalen ook met elkaar vergeleken worden. Uit die vergelijkingen kwamen methodische ideeën op.

De verhalen en de methodische ideeën zijn vervolgens, steeds per team en ongeveer maandelijks, met de teams besproken en overdacht. De opgekomen methodische ideeën zijn daarna in de praktijk beproefd en daarvan zijn weer nieuwe verhalen verteld, die op hun beurt weer werden geanalyseerd en besproken. Zo hebben zich in die elf teams bruikbaar gebleken methodische ideeën ontwikkeld.

Hoe er precies is gewerkt staat beschreven in de hoofdstukken IV en VIII, die gaan over de eerste en tweede periode van het onderzoek, die in het werkveld plaatsvonden. In de derde periode zijn de aangetroffen handelwijzen van alle elf teams door mij weer iets abstracter geformuleerd. Uiteindelijk bleken er drie aangetroffen handelwijzen te onderscheiden te zijn (zie hierboven).

Daarna zijn de gebruikte begrippen nog eens nader geïnspecteerd (zie hoofdstuk X). Uiteindelijk is de methodiek door mij geformuleerd.  


[Blz. 255] 

 

b. De voorrangsregeling

Deze is ontstaan in 48 teambesprekingen waarin de verhalen en de methodische ideeën kritisch zijn besproken. Elk team trok zelf de eigen conclusies; deze verschilden dus enigszins per team (zie hoofdstuk VIII). Daarna zijn, in de derde periode, al die conclusies en de argumentatie ervan door mij gesystematiseerd en tot een geheel samengevoegd.

c. Het geheel

Zowel de handelwijzen als de voorrangsregeling zijn dus ontstaan door praktijk, discussie en bureauwerk in een spiraalvormig proces af te wisselen (zie h III en IV). Alleen de laatste periode was bureauwerk. In feite huiskamerwerk in mijn nogal met kinderen bevolkte dagelijkse leefsituatie. Naar ik hoop is het eindresultaat bruikbaar in de dagelijkse realiteit van de huiskamer.

5. De bruikbaarheid van de methodiek

Deze bestaat er niet in, dat iedereen er goed aan zou doen, meteen zo te gaan werken als hierna wordt beschreven, laat staan dat dit zou 'moeten'. De hierna volgende methodiek is niet meer en niet minder dat dit: de samengevatte en 'opgetelde' methodische ideeën, die in déze elf groepen met déze teams en jeugdigen, in déze periode bruikbaar en vruchtbaar gebleken zijn. En dat was per groep alweer verschillend, naar gelang het type leefgroep, de mensen in het team en de groep en naar gelang de situatie.

Zo'n methodiek, die her en der bruikbaar is gebleken, is niet op te vatten als een soort 'tien geboden', voor eeuwig op stenen tafelen gegrift. De bruikbaarheid schuilt 'm hierin, dat de hierna geschreven methodiek vermoedelijk een goed startpunt is van de discussie die in elk team steeds weer opnieuw gevoerd moet worden om zelf de eigen methodiek uit te gaan vinden. De vruchtbaarheid kan 'm er in zitten, dat de juiste begrippen worden aangereikt, met behulp waarvan men die discussie goed kan voeren.

De methodiek staat samengevat op de drie panelen op p 257 van dit hoofdstuk. Die panelen kan men verschuiven naar gelang de groepsleiders en bewoners, naar gelang de leefgroep die men heeft. Zelf denk ik dat niet de plaats van de panelen hoeft te verschuiven, maar misschien wel de grootte of de concrete invulling ervan. Ik kom daar in de epiloog op terug.

6. De weergave van de methodiek

De eerste paragraaf geeft de ontwikkelde methodiek weer op drie manieren:

Par. 1.1 vat de methodiek samen door het voorkeursadvies te geven en de drie handelwijzen in kernbegrippen naast elkaar te zetten in de vorm van een drieluik. Dat drieluik is te gebruiken als een soort landkaart met behulp waarvan de groepsleider zich kan oriënteren: waar ben ik mee bezig? waar wil ik heen?

Par. 1.2 bevat een gedetailleerde beschrijving van de methodiek. Deze beschrijving is te gebruiken als een handelingsrepertoire, dat is een serie mogelijkheden waar de groepsleider uit kan kiezen. Wie die tekst leest, zal misschien denken daarin 'de volmaakte groepsleider' beschreven te zien -- maar die bestaat natuurlijk niet. De tekst is een gesystematiseerde 'optelling' van wat uit tal van verhalen en discussies erover als mogelijkheid naar voren is gekomen. Het is, zoals gezegd, een repertoire, een 'fonds van ervaringskennis' [*] waaruit men zelf naar eigen mogelijkheden kan kiezen.

[*1] Zie 'Begeleidingscommissie ... Advies, 1981 en Gieles & Visser 1988 p. 24.

Par. 1.3 vat de methodiek nog eens op een andere wijze samen, dit maal als een soort handwijzer voor het omgaan met botsingen in de dagelijkse leefsituatie.

De tweede paragraaf geeft de argumentatie van het voorkeursadvies.

In de derde paragraaf wordt tenslotte de groepsleiding zelf aan het woord gelaten. Hierin worden verhalen weergegeven uit het onderzoeksmateriaal. Zo kan methodisch handelen er in de praktijk uitzien.

Er is geen samenvatting van dit hoofdstuk toegevoegd; de samenvattingen in par. 1.1 en 1.3 kunnen daartoe dienen.
 

Start Omhoog Volgende