Was bij de eerste therapeut vooral de kindertijd en de moeder-zoon verhouding besproken, nu komt de vader-zoon verhouding meer in beeld en ook de puberteit als levensfase. Ver voor de puberteit had ik al een keuze gemaakt: ik had mijn vader 'afgeschaft' als vader. Normaliter volgt een jongen zijn vader na om de liefde van zijn moeder te winnen, ik deed mijn moeder na. Men noemt dit 'de negatieve oplossing van het oedipuscomplex'. In de kindertijd geeft dit niet zulke grote problemen, maar in de puberteit ontstaat er een probleem. De jongen komt dan losser van de moeder te staan en gaat man worden. |
|
In mijn heel jonge volwassenheid schreef ik, in militaire dienst, enkele verhalen over de clubhuiskinderen die ik toen gitaarles gaf. Ik heb deze bewaard en herlezen. Pas nu, veertig jaar later, zag ik ineens hoezeer ik daar mijn eigen ziel in heb beschreven. Ik had dat toen niet in de gaten. Laten we aannemen dat ik toen zo zuiver mogelijk die kinderen heb aangevoeld, maar hun verhaal en beleven waren voor mij toch wel heel herkenbaar. In beide verhalen worstelen de jongens met hun ouderfiguren, in het bijzonder met de vaders - zie De Teddy Bear - en in het verhaal Ik zal buiten op je wachten zie je de stille grijze muis a.h.w. ontstaan en rondsluipen door het huis. Verder probeer ik mijn standaarddromen te gaan begrijpen. Vooral die waarin altijd zo veel verwaarloosde dieren in voorkomen, op sterven na dood. Zij vertegenwoordigen het eenzame, stille en kind in het grote gezin, het kind dat niet wilde eten. Als ik dit een beetje begrijp, verandert er iets: de dieren in mijn dromen krijgen betere hokken en voer. Standaard zijn ook de kindertehuizen in mijn dromen. Daarin zitten verwaarloosde kinderen. Ofwel: in mijn ziel huist het eigen innerlijke kind dat om zorg, ruimte en aandacht vraagt. Er huist ook een schaduw die evenzeer om aandacht en erkenning van haar bestaan vraagt. Door ernaar te luisteren komt er ruimte en energie vrij en komt er orde. Standaard in mijn dromen was altijd het verdwalen, maar dit houdt nu op. Dwalen of verdwalen kan slaan op het zoeken van de ziel naar haar eigen aard, oorsprong en bestemming - of op het gaan van illusie naar illusie totdat, na de desillusie, de waarheid gevonden wordt. Hoe dan ook, dit dwalen houdt nu op. Er wordt nu ook voortdurend opgeruimd en geordend in mijn dromen. Er vinden ook afgrenzingen plaats: individuatie. Ook vinden er verhuizingen plaats die ruimte bieden. Verder ben ik bezig met mijn afkomst, mijn stamboom: ik ben deel van een groter geheel. Er is meer dan kind en moeder samen. Opmerkelijk is ook dat de kinderen in mijn droomkinderhuizen ouder worden, jonge mannen al. Waar ik wel even van schrik is dat er homoseksuele elementen in mijn dromen opduiken. Daar zat ik nu niet op te wachten, maar het hoort er kennelijk bij. Gelijktijdig kijk ik kritischer terug op mijn huwelijk en mijn werkverleden. De kijk hierop wordt kritischer en realistischer, minder narcistisch dus. Zo werd ik eens wakker met ineens een heldere en duidelijke gedachte, die als vanzelf opkwam: Als in mijn dromen mijn innerlijk kinderhuis alsmaar beter geordend wordt en de kinderen daar zelfs volwassen worden, dan ordent zich iets in mijn innerlijk en vindt er iets van groei naar volwassenheid plaats. Innerlijke kinderen worden groot, nemen afscheid en gaan hun eigen weg, zodat ik vrijer word. |