Inleiding
Een eerste verkenning
Dat narcisme een standaard diagnose is voor mensen met pedofiele
gevoelens, dat wist ik al uit de vele krantenberichten die dit vermelden.
Enigszins wist ik ook wel wat dit was.
Maar het zag er wel even heel anders uit toen ik
een diagnostisch rapport
over mijzelf onder ogen kreeg.
Daar stond het zwart op wit en zonder enige verdere uitleg: ik zou aan een narcistische
persoonlijkheidsstoornis lijden.
Mijn eerste reactie was, uiteraard, verzet en protest. In tweede
instantie ging ik de conclusie van het rapport vervangen door een vraag Wat
is dit precies en is dit waar? Deze vraag begon ik te onderzoeken. Eerst schreef
ik op wat ik al wist en daarna ging ik verder zoeken.
Toen ik de vraag later voorlegde aan mijn therapeut, vroeg deze, als
eerste reactie: "Waarom maakt u zich zo druk om die narcistische stoornis?
Daar lopen er zo velen mee rond! Het is waarschijnlijk al zo verankerd dat het
toch niet meer te veranderen is." Inderdaad, onze gehele maatschappij is
narcistisch, zo wist ik van het boek van Lash, De cultuur van het
narcisme.
Ik maak me er druk om omdat het mij aangewreven is en omdat het
vele anderen wordt aangewreven, terwijl vrijwel niemand precies weet wat het
is.
Eerst noteerde ik wat er nu al wel van wist en hoe ik er in
eerste instantie tegenaan keek.
|
Het is een standaard diagnose tegenwoordig. |
|
Het begrip stamt uit de psychoanalyse, een
genezingsproces, en is nooit bedoeld voor de rechtszaal. |
|
Het is een ingewikkeld begrip, beschreven met veel
theorie er omheen. Het draait om het ik en het zelf. Narcissus
ziet zijn spiegelbeeld, zichzelf, zijn zelf in het water, al heeft hij
niet in de gaten dat hij het zelf is; hij ziet er een schone nimf in op wie
hij verliefd wordt. Zijn ik en zijn zelf zijn gesplitst, al heeft
hij de spiegeling, de splitsing, nog niet in de gaten. Verliefd op de nimf,
op zichzelf, wil hij de nimf omarmen en verdrinkt. |
|
Een Narcissus wordt dus verliefd op zijn
gespiegelde zelf - letterlijk, of in psychologische zin en dit kan m.i. twee
kanten uitvallen: op het bewust gekende of op het verdrongen zelf, dus
juist op het contrasterende. Een stille muis kan dus verliefd worden op stille
muizen of juist op drukke straatkinderen... |
|
De vraag is echter of de rechtsgeleerden, en zelfs
of de onderzoekers van de DPD, al die theorie gelezen hebben, kennen en
begrijpen - of dat ze alleen een erg praktische diagnose stellen: een die toch
niemand snapt. |
|
Het is een 'gemene' diagnose omdat er geen verweer
tegen mogelijk is. Als je je er tegen verzet klinkt het: "Typisch
narcistisch!". Het vangt je in een paradox. |
|
De samenleving en de cultuur is als geheel
narcistisch (Lash). Hoe trots dient een man niet te zijn, hoeveel tijd brengt
een vrouw voor de spiegel door? |
|
Ieder mens kent in iedere levensfase momenten dat
hij eens even naar zichzelf moet kijken; soms moet hij zijn zelfrespect of
trots herstellen. Bij tijden moet hij even ego-gecentreerd zijn. Ook de
bewuste splitsing, maar hopelijk niet de onbewuste afsplitsing, van het
ik en het zelf, komt in iedere levensfase als opdracht weer terug. |