Rumi in de tijd en in deze tijdDr Frans E.J. Gieles, Rumi Symposium, Stichting Islam en Dialoog, Museum Orientalis, 26 mei 2007
Wie is Rumi?Het jaar 2007 is door de Unesco uitgeroepen tot het Rumi-jaar; zijn geschriften zijn tot geestelijk werelderfgoed der mensheid verklaard. Mewlana Djalaladdin Rumi is een dertiende-eeuws Perzisch-Turks mysticus en dichter. Hij was leraar islamitisch recht in Konya, Turkije. Hij heeft nooit een officiële functie als voorganger aanvaard, maar was wel de voorganger van de door hem opgerichte Mevlevi, een soefi gemeenschap en daarmee min of meer de stichter van het islamitisch soefisme. Dit leeft nu nog voort, o.a. bij de Alevieten, de huidige soefisten en de (dansende) Derwishen. Deze kennen ook muziek en dans als onderdeel van hun ceremonies, waaronder de door Rumi ontwikkelde Sama of Sema dans met bijbehorende muziek en gereciteerde teksten.
Rumi schreef geen theologisch-dogmatische verhandelingen maar gedichten. Daarin gebruikt hij veelvuldig beelden die direct aanspreken en die ook een diepere betekenis hebben. De inhoud ervan is universeel: het zal geen christen storen dat hier een moslim aan het woord is. De Stichting islam & Dialoog belegde op 26 mei een Rumi Symposium in het Museum Orientalis. Omdat ik al het nodige over en van Rumi vertaald had, was ik daar een der sprekers. In mijn lezing, en in deze uitgebreide versie daarvan, plaats ik Rumi in een lange tijdslijn van het oude India t/m de moderne wereld. Dit doe ik aan de hand van drie thema's die we bij Rumi, maar ook bij oudere en latere schrijvers tegenkomen. RumiDe geest komt van God en keert terug tot
God. We zien het ook in het beeld van de rietfluit die terug wil naar haar rietbedding.
Het terugverlangen naar God, bij Rumi "De Geliefde", is een centraal thema in zijn werk. Ik noem dit thema een. Het tweede thema is dat de mens, om God te ontmoeten, niet ver hoeft te reizen of lang hoeft te wachten. Als de mens stil is en zich van binnen ruimte schept kun je de stem van God horen en Zijn adem voelen. De rietfluit is uit zichzelf niets. Het is de adem van de fluitspeler die de fluit tot leven brengt. Hiertoe moet de fluit niet verstopt zijn: hij moet hol zijn, leeg van binnen. Dit is de tariqa als het soefi pad tot God, de weg naar binnen, de weg van de spirituele kennis.
Dat God zich in een spiegel laat zien is het derde thema. Wij kunnen Hem niet rechtstreeks zien, slechts in een spiegel. Maar onze spiegel is verbrokkeld en zo zien we steeds maar kleine stukjes die allemaal van elkaar verschillen maar waarachter zich een onzichtbare eenheid bevindt. Ook ons hart is zo’n spiegel; het gaat erom hem zuiver te houden.
Men had immers stalen spiegels in die tijd, dus die kunnen gaan roesten.
Rumi is geen eenling in de geschiedenis. Inhoudelijk leunt hij sterk op Ibn-Arabi. Ook al Ghazali, Ibn Sina en Ibn Tufayl liggen in deze lijn. Ibn Arabi is kennelijk geïnspireerd door Plotinus, die op zijn beurt Plato, Aristoteles en de gnostici nog eens goed las. Ook zijn bij Rumi gedachten te vinden die we bij Mani en het Manicheïsme, bij Zoroaster, in het boeddhisme en het hindoeïsme terugvinden. De drie thema’sIk herhaal even de drie thema’s, want die zullen steeds terugkomen:
Ibn Arabi"Zijn verschijning in zijn volle
licht is zo sterk dat onze waarneming er niet tegen opgewassen is.
Daarom kan deze verschijning ook een versluiering worden genoemd." De werkelijkheid is een veelvoudige afspiegeling van God waarachter ‘de eenheid van het Zijn’, al-wahdat al-wujud verborgen is. Om die te ontdekken moet je jezelf ontwikkelen en vormen, kennis opdoen, gerijpte ervaringskennis, hikma of ma’arifa. Dit vraagt op zijn beurt om zelfdiscipline.
Ibn TufaylDe schepping is een uitvloeisel van het goddelijke - de neoplatoonse opvatting die we ook bij Plotinus tegenkomen. Het kan gevonden worden in de mens zelf, mits deze zich hierin gedisciplineerd oefent. Ibn Tufayl verwijst in zijn inleiding naar zijn leermeesters Ibn Sina (Abu Ali al-Husayn ibn Abdallah ibn Sina, ook bekend als Avicenna) en Al-Ghazali (Abu Hamid Muhammad ibn Muhammad al-Ghazali, ook bekend als Algazel).
PlotinusPlotinus is de schakel, het scharnierpunt tussen de Griekse en de Arabische filosofie. Plotinus integreert de gedachten van Plato en Aristoteles – en Pythagoras – tot een geheel, het neoplatonisme, dat in de Arabische wereld goed viel omdat het goed te verenigen is met de islam. Ibn Arabi moet Plotiunus dus gekend hebben. Beide boeken komen inhoudelijk sterk met elkaar overeen. De gedachten van Plotinus sluiten goed aan bij die van Zarathoestra en de Hermetische geschriften. Ook de gnostici kende hij goed. Er is veel overeenkomst met de Oepanisjaden en de Bhagadgita.
Ook bij Plotinus zien we dat de ziel afkomt van God, dat hij tijdelijk in het lichaam verblijft en dat hij weer terug wil naar zijn oorsprong en naar zijn tweelingziel die in de geestelijke wereld is achtergebleven – een gedachte die we ook in de gnostiek terugvinden. Thema een dus. Ook zegt Plotinus dat door rijping van kennis, door zuiver denken en mediteren – en door visioenen – God nu al te ontmoeten is. Thema twee dus. En, zegt hij, achter de veelvormigheid van de wereld gaat De Ene of De Goede schuil: thema drie. De ziel neemt [het hogere] waar "als in een spiegel". [Enneaden, blz 30, 458). ManiMani onderscheidt twee geestelijke machten: niet De Ene die goed is, maar het goede en het kwade. Beide krachten dalen af in de menselijke ziel, waar de strijd moet plaatsvinden ofwel waar het goede het kwade dient te overwinnen. De mens heeft ook twee zielen: een op aarde en een tweelingziel in de hemel, naar wie de aardse ziel graag terug wil. Een gedachte die we ook bij Plato en de neoplatonici terugvinden. Het tweede thema, dat je God hier al kunt leren kennen, zien we ook bij Mani terug, namelijk door ascese en meditatie in stilte, soms in visioenen. De vonk van het goddelijke Licht zien zij ook in de dieren, die zij dan ook niet eten. Ook in planten zien zij die vonk: door wel planten te eten bevrijden zij die vonk die dan terug kan naar Het Licht. Hieronder zien we dat God, de Geest, in de mens woont (thema 1 - hieronder 'het kleed' en 'het schip', en wel van kindsafaan) en dat het goddelijke zich ook manifesteert in de aarde.
De gnostiekDe gnostiek of gnosis, zoals beschreven in de vele bij Nag Hammadi teruggevonden geschriften wemelt van dezelfde drie thema’s: de oorsprong bij en de terugkeer naar God, de mogelijkheid om door innerlijke schouwing tot gnosis, tot ware kennis te komen en zo de goddelijke vonk in de mens – elke mens - te ontdekken en te doen ontvlammen, en eenheid achter de veelheid van de schepping. Deze kennis is de mens, als een goddelijke vonk, al bij de geboorte in aanleg gegeven. Het gaat erom de vonk niet te doven maar tot een lichtende vlam te ontwikkelen. Het onderstaande citaat wordt ook door moslim schrijvers wel geciteerd omdat het overeenkomt met de opvatting in de Qur’an dat ieder mens ‘verlicht’ geboren wordt. Moslims zeggen dan: ‘als moslim’ geboren wordt. De gnostici zeggen "in het licht" of ‘met de goddelijke vonk’.
Bronnen van de gnostiek zijn o.a. Zoroaster en Hermes Trismegistos, mythische grootheden van wie de uitspraken later op schrift gesteld zijn en waarin we de drie thema’s ook weer aantreffen. Zoroaster"Geen woorden vermogen die
godservaring te beschrijven. Er zij slechts ruimte voor de heilige
stilte, waarin alleen het ruisen van Uw waarheid hoorbaar zij en slechts
zichtbaar in de zin van Uw oneindige goedheid. Moge die zon ons hart
verlichten." "Nu weet ik dat die heerlijkheid
reeds hier en nu verwerkelijkt kan worden, wanneer de mens zich zonder
ophouden openstelt voor de waarheid en zich onafgebroken laat bezielen
door de machtige stroom van het zuivere denken." "Mogen onze gedachten, woorden en
daden gedragen worden door goedheid, opdat ze eeuwigheidswaarde krijgen
en de adem van de Heer erin bespeurbaar zij." Hermes Trismegistes, Corpus Hermeticum"De goddelijke geest leeft in de mens. De geest, Tath, is uit het wezen van God zelf ontstaan. […] De geest is niet afgescheiden van […] God, maar komt […] uit hem voort, zoals het zonlicht uit zijn bron." "Doordat Hij alle dingen een uiterlijke verschijningsvorm geeft, wordt Hij zelf door alle dingen heen en in alles zichtbaar." "Heilig zijt Gij, van wie de hele natuur een beeld is geworden." "Het vermogen Hem te kennen, Hem te willen kennen, daar op te hopen, is de rechte eigenlijke weg die leidt tot Het Goede. En die weg is ook gemakkelijk, want op je reis komt Hij je overal tegemoet en openbaart Hij zich aan je geestesoog waar en wanneer je het niet verwacht, als je waakt, slaapt, vaart, reist, ‘s-nachts, daags, als je spreekt of zwijgt – overal. Want er is niets wat Hij niet is." (Witteveen pp 11, 12; Corpus 13-1, 5-2, 1-31 en 11-21) De OepanisjadsAls er één thema is dat in het hindoeïsme en het boeddhisme overheerst, dan is dit wel dat de ziel van God komt en daarheen terug wil: thema een. Alleen duurt de weg daar echter nogal lang: langs vele incarnaties. Toch is het ook nu al mogelijk het goddelijke te ontmoeten: God woont in het hart van ieder schepsel en je kunt Hem ontmoeten door kennis, ascese en meditatie: thema twee. Ook hoef je maar goed om je heen te kijken, vooral in de natuur waarin het goddelijke zich in vele facetten weerspiegelt: thema drie.
De Bhagavad Gîtâ
Het derde thema: de spiegelKijken we nog even naar het derde thema, de gebroken spiegel waarin wij slechts bij stukjes en beetjes een glimp van De Ene kunnen opvangen. Dit heeft een consequentie, namelijk dat wij diversiteit positief moeten waarderen en verschillen tussen mensen moeten accepteren. Er zijn nu eenmaal verschillende paden naar De Ene: As-shari’a, het volgen van de wetten, al-ma’rifa, innerlijke groei, en at-tariqa, kennis. Ook betekent het dat wij ons best moeten doen om de stukjes van de puzzel aaneen te voegen tot een completer beeld, ofwel dat wij kennis moeten zien te verwerven. Op zijn beurt vraagt dit om zelfdiscipline en andere deugden – en het vraagt om een dialoog. Met deze gedachten zitten we al volop in de hedendaagse Gülen, maar we keren eerst nog even terug naar Rumi, om daarna met een vaartje naar het heden te gaan. Rumi 2
Na Rumi vinden we een dergelijk gedachtegoed terug bij de Katharen, bij de Rozenkruisers, bij Erasmus en Spinoza – en in onze tijd bij Gülen. In een boekje "Voorlopers in de vrede" (Celik e.a.; Damon 2005) worden o.a. Rumi, Erasmus en Gülen genoemd en wordt met name gewezen op de overeenkomst tussen Erasmus en Gülen. De Katharen en de RozenkruisersKatharen waren gnostische monniken die zich rond het jaar 1000 verspreidden over Zuid-Frankrijk, toen Occitanië geheten, en Noord-Italië. Zij hadden kennis van de gnostische geschriften, van de Arabische en Griekse filosofie. Zo kenden zij Averroës alias Ibn Rushd die Aristoteles in het Arabisch had vertaald. Zij kenden het Evangelie van Thomas dat pas veel later teruggevonden zou worden en volgden vooral de evangelist Johannes na, de meest spirituele evangelist van wie ook later weer een geheim gehouden evangelie werd gevonden. Zij leefden vreedzaam, gedisciplineerd, ascetisch en vegetarisch. Heel Occitanië was multicultureel, niet feodaal en vreedzaam. Christenen, Joden en Arabieren leefden er vreedzaam met elkaar. Zij geloofden in De Ene God (dus niet in de twee krachten, goed en kwaad, van Mani), in de ziel die komt van God en terug wil naar zijn oorsprong (thema 1). Zij geloofden in de goddelijke vonk die in ieder mens aanwezig was en die gekend kon worden (thema 2). Zij zagen God in Zijn schepping weerspiegeld en accepteerden met name de verschillen tussen mensen (thema 3). Qua geloof waren zij dus eigenzinnig; zij hadden een eigen theologie, eigen rituelen en wijdingen van functionarissen. Dit beviel de paus Innocentius ('de onschuldige') III niet, die toch al uit was op meer macht in Europa. Hij deed alle inwoners van Occitanië in de ban. In 1209 begon hij de Croisade Albigeoise, de kruistocht tegen de Katharen, zogenaamd om de mensen 'te bevrijden' van de katharen. Maar de eerste stad, Béziers, werd geheel uitgeroeid. In 1244 viel de Katharenburcht Montségur, waarvan alle bewoners op de brandstapel omkwamen. In 1328 werd de laatste Kathaar verbrand. De kerk in haar barbaarse gedaante, met haar gehate Inquisitie - verre van onschuldig dus. Met de Katharen verdwenen hun kennis en hun vele oude boeken. Alles werd verbrand en er waren in die tijd meer boeken door de kerk verboden dan er waren toegestaan. Ook de grote bibliotheek in Alexandrië, het Serapeion, ging in vlammen op. De gnostische kennis ging ondergronds verder in min of meer geheime genootschappen als de Rozekruisers en de Tempeliers. Zij hebben de kennis generatie na generatie doorgegeven en behouden. Pas in de 20e eeuw kon men weer publiekelijk optreden en geschriften verspreiden. De vondst van vele oude geschriften in grotten, zand en kruiken in het midden van deze eeuw en daarna gaf een grote impuls aan het herontdekken van de oude gnostische leer. ErasmusOok voor deze filosoof, waarmee ik in mijn artikel over De Verlichting de Verlichting laat beginnen, ziet het gnostische vonkje van Gods Geest in de mens: divinae mentis scintillula. (Opera Omnia II-7, 14; Mann Phillips 312). Erasmus is beroemd geworden door zijn pleidooien tegen elke vorm van oorlog en voor acceptatie van de verschillen tussen mensen en hun religies. Hij verzette zich fel tegen de kerk en haar machtsaanspraken en brandstapels.
SpinozaOnze geest komt van God en zal daarheen terugkeren (thema 1). Volgens Spinoza is God niet een Persoon die ergens is, nee, het goddelijke is overal aanwezig: de begrippen God, universum en natuur vallen bij hem samen. (thema 3) God, noch het universum of de natuur maken fouten: alles is zoals het moet zijn. Er is in principe geen goed of kwaad. Er is geen toeval en er is eenheid in alles. Alles is bezield. ook lichaam en geest zijn twee kanten van eenzelfde zaak. We hebben geen profeten nodig; we kunnen zelf waarnemen en denken. We kunnen onze verbeelding, onze rede en onze intuïtie gebruiken en zo komen tot eenheid met al het bestaande. Dit is de hoogste vorm van kennis. Slechts met onze intuïtie kunnen wij dingen in een oogwenk zien in al hun aspecten en relaties. Ook het goddelijke kunnen wij zo nu al waarnemen door naar binnen en naar de natuur te kijken (thema 2). Bewustzijn is de kracht waarmee we dit kunnen doen. Het kwade komt voort uit onjuiste ideeën, negatieve gevoelens en onjuiste daden. Dus: vermijd onjuiste ideeën - denk zelf! -, negatieve emoties en onjuiste daden. Vrijheid is het vrij zijn van ongeordende hartstocht en individualistische instincten. M. Fethullah GülenRumi schrijft in gedichten en beelden, Gülen schrijft essays, in feite een grote verzameling, elk met ongeveer de omvang van een goed krantenartikel, dus wel goed leesbaar – mits de vertaler zijn in onze westerse ogen soms wat overdadige oosterse taalgebruik wat inbindt en zo toegankelijker maakt voor de westerling. Specifiek voor Gülen is zijn nadruk op het belang van goed onderwijs – let wel: geen godsdienstonderwijs in dogma’s, maar gewoon: breed onderwijs en opvoeding van de hele jonge mens. Ook bij Gülen stoort het niemand dat hij moslim is; hij zegt gewoon verstandige dingen en bouwt zo een brug. Zijn belangrijkste pleidooi is dat voor de dialoog. Hij schrijft niet ‘Hebt u zin in een dialoog? ‘, maar hij schrijft over ‘De noodzaak van de dialoog’ – met name die tussen de Abrahamitische ofwel monotheïstische godsdiensten. Hij beroept zich hierbij veelvuldig op de islam, die hij een godsdienst van vrede en verdraagzaamheid noemt. Hiermee corrigeert hij het bijzonder eenzijdige beeld dat de moderne media van de islam schetsen, en beeld dat niet gebaseerd is op gedegen studie en kennis, maar slechts op spectaculaire daden van enkele verdwaalden die de islam niet kennen, niet snappen en verkeerd gebruiken. Rumi in deze tijdDe genoemde schrijvers hebben doorgaans dikke en moeilijk leesbare boeken geschreven waar een ‘gewoon’ of jong mens in deze tijd moeilijk doorheen komt. Rumi daarentegen schrijft geen theologie maar gebruikt beelden in korte teksten die ook voor de moderne lezer zeer toegankelijk zijn. De ‘theologie’ die hierachter ligt is islamitisch, maar merkwaardigerwijs heel goed te volgen en heel aanvaardbaar voor de hedendaagse christen. Hij vermijdt de wettische kanten van de islam, maar hij haalt de universele spirituele en vredelievende kanten eruit en brengt die op aansprekende wijze naar voren. Rumi kan zo de oosterse en de westerse cultuur met elkaar verbinden – en beide culturen kunnen van elkaar leren, wat Gülen ook zegt. In het huidige consumentisme en oppervlakkige vermaak, een tijd ook van heftige tegenstellingen en onverdraagzaamheid, snakt de mens naar vrede, diepgang en spiritualiteit, ook de jongeren. Dit is de waarde van Rumi en Gülen voor onze tijd. Wat we dan overhouden is een voortdurend pleidooi voor brede kennis, voor tolerantie en wederzijds begrip, ofwel een dialoog. Voor zo’n dialoog raadt Gülen aan de stekelige verschilpunten, de dogma’s en de wetten ofwel ‘het heilige eigen gelijk’ even rustig te laten liggen en ons te concentreren op de vele overeenkomsten tussen religies en culturen. Dit is wat we vandaag doen. LiteratuurRumi"M" verwijst naar de Masnavi. Roemi, Daglicht; Een dagboek van spirituele leiding; bloemlezing uit de Masnavi; Camille & Kabir Helminski, Sipko A, den Boer & Aleid C. Swierenga; Synthese, Den Haag 2003. Roemi, Juwelen; Een dagboek met 365 fragmenten van wijsheid; bloemlezing uit de Masnavi; Camille & Kabir Helminski, Sipko A, den Boer & Aleid C. Swierenga; Synthese, Den Haag 2001. Roemi, Liefde is de weg; kwatrijnen van Djelal-oed-din Roemi; Sipko A den Boer & Aleid C. Swieringa; Servire & Kosmos-Z&K Uitgevers, 2002. Rūmi, Poet and Mystic, 1207-1273; Reynold A. Nicholsin, London 1965—1968. Een karavaan ui Perzië; klassieke Perzische poëzie; J.T.P de Bruijn, Bulaaq, 2002. Mawlana Jalaladdin Muhammad Rumi; Adnan Karaismailoğlu; In: Mewlana Djalaladdin Rumi en zijn 'mystieke pad van de liefde'; Stichting Islam & Dialoog, 2007 - Vertaling: Dr Frans Gieles De memetische leer van de Masnavi – de niet-kunstmatige kunst van Rumi; Seema Arif; In: Mewlana Djalaladdin Rumi en zijn 'mystieke pad van de liefde'; Stichting Islam & Dialoog, 2007 - Vertaling: Dr Frans Gieles Rumi’s stem klinkt door de eeuwen heen; Rumi als psychotherapeut; Michaela M. Özelsel; In: Mewlana Djalaladdin Rumi en zijn 'mystieke pad van de liefde'; Stichting Islam & Dialoog, 2007 - Vertaling: Dr Frans Gieles Ibn ArabiWilliiam C. Chittick, The Self-Disclosure of God; Principles of Ibn al-Arabī’s Cosmology; State University od New York Press, Albany, 1998. Nico Landman & Bernd Radtke, Ibn Arabi, een tipje van de sluier; De brief van het licht; Begrip 32-1, 2006, p 53 Ibn Arabi, Ibn Siena, Ibn Tufayl e.e.:Michel Leezenberg, Islamitische filosofie; een geschiedenis; Bulaaq 2002. Frans E. J Gieles, Islam,
spiritualiteit, vrijheid en engagement; in: 'Spiritualiteit,
vrijheid en engagement', door Titus Rivas & Bert Stoop,
2006 Ibn Tufayl, Hayy ibn Yaqzan; een filosofische allegorie uit Moors Spanje; Remke Kruk, Bulaaq 2005. PlotinusPlotinus, Enneaden; Rein Ferwerda, Damon 2005. ManiDe Keulse Mani Codex, vertaald en toegelicht door Johannes van Oort en Gilles Quispel; In de Pelikaan, Amsterdam 2005. Hans van Oort, Manicheïsme, de herontdekking van een gnostische wereldkerk; Prana # 140, december 2003. Roland van Vliet, Manicheïsme als oerketterse stroming van de liefde; Prana # 140, decemver 22003 Bres # 244, juni 2007: Manicheïsme, vergeten wereldreligie van oost tot west. Gnostiek, gnosisJacob Slavenburg & Willem Glaudemans, De Nag Hammadi Geschriften; een integrale vertaling van alle teksten uit de Nag Hammadi Codices en de Berlijnse Codex; volledig herziene druk, Ankh-Hermes 2005 ev. Het Evangelie van Thomas; Erik van Ruysbeek & Marcel Messing; Ankh-Hermes, Deventer 1999. Het Evangelie van Thomas, uit het Koptisch vertaald en toegelicht door Gilles Quispel; In de Pelikaan, Amsterdam 2004 Gilles Quispel, Valentinus de gnosticus en zijn Evangelie der Waarheid; In de pelikaan, Amsterdam 2003 Frans E. J. Gieles, Gnosis:
vrijgekomen kennis die vrij kan maken; In: 'Spiritualiteit, vrijheid
en engagement', door Bert Stoop en Titus Rivas, (Red), Prana # 147, februarie 2005: Zo boven, zo beneden; zo binnen, zo buiten; De Nag Hammadi geschriften; de westerse mens: het binnenste buiten; Hermes en Christus; gnosis. Hermes Trismegistes, Corpus Hermeticum, & ZoroasterJacob Slavenburg, De Hermetische schakel ; Ankh-hermes 2003 H.J. Witteveen, Tot de Ene; de weg van het universeel soefisme; Ankh-Hermes 2006 De gatha’s van Zarathoestra, G.J.A. van Dantzig; Kluwer 1967. Prana # 124, april 2001: Terug naar de bron; gnosis, hermetica, mystiek, alchemie, Rozenkruisers in de Bibliotheca Philosophica Hermetica. Oepanisjads, Bhagavad Gita, Lau TseOepanisjads, Ir. J.A. Blok; Ankh-Herms, Deventer, 1926 ... 1994. De Bhagavad Gîtâ, Het boek van devotie; William Quan Judgé; Ankh-Herms, Deventer, 1996, 2003 Het leven volgens Lau Tse, Witter Bynner; Altamira, Hillegom 1987. Katharen, Rozenkruisers, TempeliersPrana # 140, december 2003, Ketters en Katharen, tragiek en triomf van het geweten. Antonin Gadal, Op weg naar de Heilige Graal, de oude Kathaarse mysteriën; Rozekruispers, Haarlem 1991. Bres # 230, augustus 2006, Zin en onzin over de Katharen. ErasmusOpera Omnia, amsterdam 1999; vertaling: M. Mann Phillips, The 'adages' of Erasmus, Cambridge 1964. Ook: P.P.M. Geurts, Desiderius Erasmus ..., Baarn 1989. Gurkan Celik e.a., Voorlopers in de vrede; Damon 2005, pp 17 ev en 89 ev. SpinozaSpinoza, in: De Verlichting, dr
Frans Gieles GülenGurkan Celik e.a., Voorlopers in de vrede; Damon 2005 M. Fethullah Gülen, essays, perspectives, opinions, compiled by The Fountain, he Light Inc. 2002 – Binnenkort in het Nederlands bij Stichting Islam & Dialoog. M. Fethulah Gülen, De smaragden van het hart; basisconcepten van het Sufisme; Stichting Islam & Dialoog 2002. M. Fethulah Gülen, [De] Profeet Mohammed, aspecten uit zijn leven; Stichting islam & Dialoog 2004. M. Fethulah Gülen, Toward a Global Civilization of Love and Tolerance; The Light 2004. Later verschenen:Djelal-oed-Dîn Roemi: het heldere licht van het soefisme; Themanummer van Bres, 245, augustus 2007 (Postbus 85749, 2508 CK Den Haag, ISSN 0165-7798). |