Rumi’s Pad der Liefde & ‘ Bevrijding’ door de Sama DansMehmet Şeker In: Mewlana Djalaladdin Rumi en zijn 'mystieke pad van de liefde'; Stichting Islam & Dialoog, 2007 - Vertaling: Dr Frans Gieles De mens is uitstekend toegerust, materieel zowel als geestelijk. De mens heeft de mogelijkheid om het niveau van ‘het beste van de schepping’ te behalen als hij zijn geestelijke talenten gebruikt en ontwikkelt. Zij die de materiele wereld kunnen ontstijgen tot het hogere niveau van hart en geest zullen de wereld anders gaan waarnemen en zich bewust worden van de geheimen van de schepping. Als zij kijken zien zij dingen die anderen niet kunnen zien en waar zij ook kijken zullen zij manifestaties zien van de Schone Namen van God. Zij willen deze momenten zeker niet opgeven voor iets anders, gevuld als ze zijn met onbeschrijfelijk geestelijk gevoel. Daarentegen willen zij de hun geschonken gaven gebruiken voor God met als enige doel Hem te bereiken. Zij die de nabijheid tot God hebben bereikt willen deze relatie met de Geliefde zorgvuldig in stand houden en zijn er zeer op bedacht hun gevoel hiervoor op dit niveau te behouden. Deze mensen zijn niet meer en niet minder dan Vrienden van de Waarheid. Mawlana Jalaladdin Rumi is een van deze Vrienden – een volmaakt voorbeeld van de Soefisten voor wie liefde en dienstbaarheid de manier van leven is, die een goed mens willen worden en zo de vreugde van God willen ervaren. Rumi’s Soefistische Pad der Liefde heeft altijd mensen uit allerlei culturen en achtergronden aangesproken en heeft daardoor mensen in het Oosten en in het Westen aangetrokken. De theorie van dit Pad is het Soefisme, de
praktijk zijn de riten van de Derwisj. Rumi onderwees het theoretische pad
als een leraar voor zijn tijd en de tijd na hem. Ook zijn Derwisj rituelen
van hoge kwaliteit, niet die van de wereld maar die van engelen, zijn een
goed voorbeeld van toewijding tot God met hartstocht en liefde waarmee hij
miljoenen heeft geïnspireerd. Tijdens zijn leven was hij omringd met vele
mensen met andere godsdiensten die naar hem luisterden en zijn onderricht
hoog achtten. Oost en West zijn enthousiast over RumiEr zijn altijd mensen geweest die liefde
en vrede uitstraalden. Rumi is een goed voorbeeld van zo’n volledig
mens, een van de grootste predikers van universele liefde en vrede. Rumi’s
grootheid is altijd al erkend in het Midden-Oosten en West Azië, waar hij
op veel mensen een heilzame en inzichtgevende invloed heeft gehad.
Toch is Rumi niet alleen een Mawlana (‘onze meester’) – een van zijn onder Moslims veel gebruikte titels – wiens bereik beperkt is tot een deel van de wereld. Hij is eerder een leraar voor de mensen uit het Oosten en Westen beide. Westerlingen zijn erg verbaasd dat hij acht eeuwen na zijn dood nog steeds zo ‘leeft’. In een eerbetoon aan Rumi heeft Andrew Harvey gezegd dat Rumi, de verre ster die het Westen verlicht, het Westen af kan helpen van haar materialisme en te grote ego. Harvey ziet Rumi dus als
Rumi’s levenRumi werd geboren in Balkh in Khorasan, maar toen hij vijf was verhuisde het gezin. De oorsprong van het Mevlevi Soefisme is nog in nevelen gehuld, maar is toch te plaatsen bij het samengaan van de Soefistische scholen in Khorasan, die zich vanaf de dertiende eeuw geleidelijk uitbreidden over Anatolië, en de cultuur van de Seltjuk dynastie. Rumi’s familie verhuisde naar Turkije, naar wat nu Anatolië heet, waar Rumi zijn werken geschreven heeft en zijn volwassen leven goeddeels doorbracht. Hij woonde in Konya, de kosmopolitische hoofdstad van de Seltjuk dynastie, tot hij op 17 december 1273 stierf. Het verhaal gaat dat hij had Sadraddin, de sjeik van Konya, gevraagd had om voor te gaan bij zijn uitvaartgebed. Toen de sjeik naar voren kwam voor het gebed, waarschuwde Tabib Akmaladdin de mensen met de woorden:
De sjeik Sadraddin werd tot tranen toe ontroerd toen hij dit hoorde zodat hij het gebed niet kon uitspreken. Zodoende leidde de Qadi Sirajaddin het gebed. [*]
Mensen van allerlei godsdiensten, culturen en achtergrond brachten hem de laatste eer. Plaatselijke moslims, christenen, joden, Turken, Arabieren, Perzen en Romeinen volgden gezamenlijk de baar van deze minnaar van God. De Mevlevi Derwisjen hebben de datum van zijn overlijden in stand gehouden als een feestdag, genaamd Shab-i Arus [‘de nacht van de bruilof’ – vertaler] omdat Rumi, toegewijd als hij was aan God, zag het leven als een pad naar God en noemde de dood het tijdstip van de ontmoeting met God. Zo schreef hij:
Als Soefi had Rumi zijn onechte zelf en alle illusie achter zich gelaten op het pad naar de volmaaktheid, om uiteindelijk God te kunnen bereiken. In zijn werk geeft hij menige goed onderbouwde en verdiepende interpretatie van de leer van De Profeet (vrede zij met hem) en van de Qur’an. Zo schreef hij:
Rumi’s werkRumi’s liefde en respect voor God en zijn dichterlijke aanleg komen mooi samen in [zijn boek] Masnavi. Rumi begon dit boek in zijn vijftiger jaren en voltooide het in acht jaar. Naast zijn Masnavi, geschreven in rijmende coupletten, heeft hij vier andere werken geschreven:
De boeken in proza zijn
Al eeuwen lang spreekt Rumi, de verre ster, mensen van vele religieuze gemeenschappen, culturen en achtergrond aan met zijn taal van de liefde. Hij heeft zijn gezegende hart opengesteld voor ieder die iets van zichzelf terugvinden in zijn woorden. En nu, achthonderd jaar later, wordt Rumi over de gehele wereld meer dan ooit gelezen. Rumi en de Sama DansDe Sama (‘draaidans’) symboliseert veel belangrijke aspecten van het leven:
Over het ontstaan van de Sama wordt verteld dat Rumi op een dag langs de juwelierswinkel van zijn vriend Salahaddin Zarqubi liep. Zarqubi was goud aan het bewerken door er ritmisch op te tikken. In verrukking gebracht door het ritmische geluid van de hamer van Zarqubi, zei Rumi:
De grote mysticus, die overal de manifestaties zag van de Schone Namen van de Geliefde, hoorde in het ritmisch hameren van goud het ware woord: Allah, Allah, Allah. Dit bracht hem in extase en begon met draaiende bewegingen te dansen: de Sama. Rumi, wiens geest al vol liefde en ontzag voor God was, was in staat het universele ritme van de schepping waar te nemen. Hij hief zijn handen ten hemel en draaide rond zijn eigen as, door de Sama ook geestelijk dansend in de sfeer van eerbied [voor God]. Volgens Rumi is de staat van vervoering en eenheid met al het bestaande een verborgen werking van het verlangen naar God. [*] Door de Sama raakte hij in vervoering, bedwelmd door de wijn van de liefde van God.
De Sama en meditatieDe Sama is actieve meditatie. Mediteren gebeurde aanvankelijk in de stilte van de ingekeerdheid. In het licht van de ahadith, de uitspraken van de Profeet (vrede zij met hem), die zeggen niet te gaan mediteren over het wezen van God zelf omdat Zijn wezen toch niet begrepen kan worden, richtte de meditatie zich de daden en manifestaties van God. Als een hulpmiddel bij het mediteren en om geluiden van buiten te weren tijdens een diepe trance werden ritmische geluiden gebuikt om een meditatieve staat, gericht op Gods liefde, te bereiken. Aanvankelijk werden alleen natuurlijke geluiden gebruikt bij de Sama, maar gaandeweg ook de geluiden van muziekinstrumenten met een spiritueel karakter. Aanvankelijk gebruikte men doorgaans de nay, (de rietfluit), de rabab (drie-snarige viool), de daf (tamboerijn) en de zuma (een instrument dat de biswind nabootste), maar gaandeweg bleven alleen de nay en de rabab over. Over muziek dichtte Rumi het volgende couplet:
Zo werd muziek, gecombineerd met meditatie en contemplatie, gezien als een manier om God sneller te bereiken. Anderzijds lokt muziek lichaamsbeweging uit, het appelleert aan lichamelijke impulsen en verlangens. Eerst werden deze bewegingen beperkt tot jet bewegen van het lichaam terwijl men zat. In de loop der tijden echter ging men ook op de muziek met de armen zwaaien en dit ontwikkeld zich gaandeweg tot de Sama. Zo werd meditatie een eenheid van geest, geluid en beweging, zodat het hart en het lichaam een staat van mediteren bereikten zonder gestoord te worden door het lichaam of de gedachten. Zo is de Sama het symbool van de verheffing van de menselijke geest: de gelovige richt zich op De Waarheid; bedwelmd met de Goddelijke Liefde geeft hij zijn ik prijs om op te gaan in God, om weer gerijpt en gezuiverd terug te keren tot het dienen van God. De Samazan, de dansende Derwish, met de sikka (traditionele hoofddeksel) en de tannura (op een sluier gelijkend gewaad) wordt herboren tot de waarheid als hij eerst symbolisch zijn mantel uitdoet en gaat bewegen – zich gaat bewegen op het pad der diepe meditatie. Tijdens de Sama staan zijn armen wijd open, de rechterhand ten hemel, biddend en gereed te ontvangen van de Goddelijke Een, zijn linkerhand omlaag gericht om de gaven ter aarde te brengen, gaven die de Heer schenkt aan wie ze willen ontvangen. Als de Samazan van rechts naar links draait met alle toewijding van zijn hart, omarmt hij alle landen en schepselen van de wereld vol liefde en respect. Uiteindelijk is de mensheid geschapen om te beminnen en bemind te worden. Volgens Rumi zijn alle vormen van liefde een brug naar de Goddelijke Liefde en in dit geloof wijdde hij zijn gehele leven aan de Almachtige. Niet alleen streefde hij ernaar God zelf te ontmoeten, hij deed ook zijn best om anderen daarbij te helpen. Tenslotte was hij een reiziger op het pad der liefde, de liefde die, zoals hij zei, "niets van mij af nam en mij niets oplegde". Reizend op dit geestespad, liet hij zijn gevoelens kennen door talloze anderen. Zo liet hij een spoor van inspiratie na dat reikt tot ver voorbij zijn eigen leven en dat nog miljoenen zielen kan voeden.
|