Rumi’s stem klinkt door de eeuwen heenRumi als psychotherapeutMichaela M. Özelsel In: Mewlana Djalaladdin Rumi en zijn 'mystieke pad van de liefde'; Stichting Islam & Dialoog, 2007 - Vertaling: Dr Frans Gieles De graftombe van Mawlana Jalaladdin Rumi is niet alleen een prachtig monument, er hangt ook een sfeer die ons naar ons innerlijk leidt, naar ons hart, naar God, die in de Qur’an zegt
Deze graftombe is een plaats van vrede, een plek van tijdloze verhevenheid die de bezoekers aanwezig voelen als een briesje van een sfeer waar geen tijd bestaat. Dit is echt zo, ook al heeft Rumi ons gevraagd hem niet in zijn graf te bezoeken. Hij is nog steeds bij ons als een levende, hij is als het ware zijn graf ontstegen. Hij richt zich tot mensen van alle leeftijden, rassen, landen en culturen en zegt:
Zijn boodschap is Gods boodschap tot de mensheid die ons zuiver en helder bereikt door ‘de holle fluit’ die Rumi is geworden. [*]
Als hij de verschillende niveaus beschrijft waarop wij de Heilige Qur’an kunnen begrijpen, dan beschrijft hij daarmee ook meteen zijn eigen werk. Als we onszelf spiritueel ontwikkelen kunnen we de boodschappen van Rumi beter begrijpen. Ze zijn tot ons gezonden dwars door de grenzen van ruimte en tijd. Zijn vergelijkingen zijn uit het dagelijks leven genomen, ze ogen allerdaags en gaan over kikkererwten, over halva [* 1], over de wind, de oceaan of de neusring van een dansende beer. Het zijn duidelijke symbolen die verwijzen naar dingen die we niet kunnen begrijpen en die ons te boven gaan. Rumi is een ‘vertaler’ van de Goddelijke Boodschap. Het werk van Rumi en in het bijzonder zijn eenvoudig geformuleerde Fihi ma Fihi [*] hebben mij de Qur’an helpen begrijpen op een steeds dieper niveau. De Qur’an is zeker een erg moeilijk boek, maar voor mij zijn Rumi’s boeken dat ook. Al tien jaar lees ik nu in Fihi ma Fihi en ik kom maar niet aan het einde. Steeds begrijp ik het weer op een dieper niveau en wat ik in dit boek ontdek helpt mij ook bij een steeds dieper vertaan van de Qur’an.
Nu ben ik er zeker van dat dit niet alleen mijn eigen persoonlijke ervaring is. Ik denk dat ik wat dit betreft kan spreken namens alle moslims die het gedachtegoed van de Soefi’s weten te waarderen. Maar als we mogen aannemen dat Rumi zich richt tot elke man en vrouw, hoe zit het dan met de rest van de mensen? Waar vinden we zijn boodschap voor hen die geen moslim, christen of jood zijn en voor hen die helemaal niet geloven in een hiernamaals? Waarin zijn deze geschenken die God wil geven aan al Zijn schepselen dan verpakt? Een van die ‘verpakkingen’ is de psychotherapie. Een deur van hoopIk ben een psychologe uit het Westen, een psychotherapeute, opgeleid in de VS en in Duitsland, met de meest geavanceerde methoden die de Westerse geïndustrialiseerde landen hebben ontwikkeld. Zolang het gaat om relatief eenvoudige psychische stoornissen als fobieën zijn de methoden die ik op de universiteit heb geleerd wel effectief en kunnen ze mijn patiënten wel helpen. Maar welke therapie werkt bij echte existentiële crises? Wat kan ik doen als een patiënt zo wanhopig is dan hij niet langer meer wil leven? Wat kan ik doen als iemand door een ongelukkig noodlot alles heeft verloren dat betekenis voor hem had? Wat te doen als iemand zijn innerlijke structuur, zijn gevoel van eigenwaarde of zelfs zijn menselijkheid is verloren omdat hij vernederd of gemarteld is? Vragen als deze geven de grenzen aan van de klassieke Westerse methodieken. In de laatste decennia zijn hier wel nieuwe methodes bijgekomen, zoals bijvoorbeeld extentiële of transpersoonlijke therapie. Deze berusten in hoge mate op spirituele inzichten uit het Midden- of het Verre Oosten. Deze kunnen ons helpen en kunnen ook dienen als een kader voor het werk van Rumi. Rumi moedigt ons aan om wanhoop te doorbreken en laat ons een deur van hoop zien. Hij laat ons in feite nieuwe manieren zien om gebruik te maken van de islamitische deugden zoals vertrouwen, hoop, standvastigheid en geduld en daardoor genezing te vinden. Hij helpt ons om boven onze pijn uit te groeien en een hoger niveau van innerlijk leven te bereiken. Hij helpt ons om onze pijn te transformeren tot innerlijke ontwikkeling. Zelf is hij deze weg ook gegaan. Hoe moet hij geleden hebben toen hij zijn geliefde leermeester Shams(addin) tot tweemaal toe verloor [*]
Lijden heeft zinElke dag komen er weer mensen die innerlijk pijn lijden ons, psychotherapeuten, om hulp vragen. Rumi laat ons zien dat pijn kan leiden tot innerlijke rijping en ontwikkeling als we er goed mee omgaan. Dat wil zeggen: we moeten niet protesteren als we pijn lijden want pijn komt ook van God. We kunnen het beter heel bewust accepteren. Anders kunnen we in een valkuil trappen die innerlijke ontwikkeling blokkeert:
Dan haalt men omlaag wat men niet kan verkrijgen maar toch echt had willen hebben en neemt men zichzelf beet. Het trappen in deze valkuilen is puur menselijk. Het is verleidelijk omdat het de pijn voor even stilt. Naar het blokkeert onze spirituele rijping. In zijn verdriet over Shams is het Rumi gelukt deze valkuilen te vermijden. Hij was in staat zichzelf te transformeren. Met de woorden "Ik was rauw, werd gekookt en brandde" schetst hij heel in het kort zijn pad om los te komen van zichzelf, fana, en op te gaan in God, baqa. Hij is deze weg al gegaan vóór ons en hij heeft veel goede raad achtergelaten om ons in staat te stellen zijn voetsporen te volgen. Zo heeft hij bijvoorbeeld gezegd:
‘Verdriet verwerken’ betekent dat je jezelf moet leegmaken. Dan komt er ruimte voor vreugde, een vorm van vreugde die geen verdriet kent, een roos zonder doornen, een wijn die geen hoofdpijn geeft [* 3]. Het is het verdriet dat ons leidt. Als er geen verdriet is, geen hartstocht of geen smachtende liefde speelt, zullen we er ook niet naar streven. Zonder verdriet blijft dit buiten ons bereik [* 4]. Wie zijn wij eigenlijk?Freud, de ‘vader’ van de Westerse psychologie, zadelt ons op met een bepaald negatief en vertekend beeld van de mens. Niet aldus Rumi. Hij wijst op alle mogelijkheden die we hebben en die geactiveerd kunnen worden in bepaalde omstandigheden – als we ons ego, nafs, maar overwinnen. Hij legt ons de volgende Qur’an verzen uit met behulp van een treffende vergelijking, de vleugels van een engel en de staart van een aap:
Mensen [, zegt Rumi,] zijn wezens die uitgerust zijn met de vleugels van engelen die samengebonden zijn met de staart van een aap. De vleugels brengen ons omhoog, maar de staart voert ons omlaag. De arme mens, er wordt aan twee kanten aan hem getrokken [* 5] Dit beeld heeft veel van mijn patiënten kunnen helpen die in de val zitten tussen inzicht (de vleugels van een engel) en begeerte (de staart van de aap), patiënten die aan een vorm van verslaving lijden. De engelenvleugels zeggen hem: ‘Rook niet, drink niet, eet niet teveel!’. De apenstaart fluistert hen in: ‘Ach, nog een glaasje kan geen kwaad, roken is toch niet zo gevaarlijk, en die halva [* 1] is toch niet te veel.’ Als ik ze deze vergelijking voorleg beginnen ze te lachen. Ineens voelen ze zich omlaag gehaald door hun eigen gedrag. Zijn doen nieuwe hoop op en vatten moed. Ik moedig hen aan om tekeningen te maken van de vleugels en de staart en die te plakken op de koelkast, de fles en het gebak. Als ze dan in verleiding komen zien de tekeningen en vragen zichzelf af: ‘Welke kant wil ik eigenlijk opgaan? Wil ik wel lager gaan dan het vee? Of gebruik ik mijn innerlijke kracht?’ Op deze wijze heeft de vergelijking veel mensen geholpen en heeft hij niet alleen hoop, maar ook humor en nieuwe krachten gewekt in een situatie die er eerst hopeloos uitzag. Schaamte en schuld – negatieve gevoelensEen ander belangrijk aspect is voor deze patiënten het gevoel van schaamte en schuld omdat zij zich langdurig niet goed gedragen hebben tegen beter weten in. Vaak leidt dit gevoel van schaamte tot berusting: ‘Ik ben zo laag gezonken, het heeft geen zin nog iets te proberen. Ik zal toch nooit van dit probleem afkomen.’ Met Rumi’s vergelijkingen kan deze fatalistische houding veranderen. Denk eens aan de volgende Qur’an verzen:
Alles wat iemand eens vanuit slechte gedachten gedaan heeft verandert dan in een sterke kracht die het denken verbetert. Als dus een gauwdief betreurt wat hij in het verleden gedaan heeft en politieagent wordt, zal hij een betere agent zijn dan wie geen dief is geweest [* 6]. Rumi’s methode werktTerwijl de klassieke psychoanalyse werkt met het verleden en met de vraag ‘waarom?’, is Rumi’s benadering een voorloper van de nieuwste Westerse methodiek die mikt op veranderingen in het hier en nu, die het heden – en dus de toekomst – wil veranderen zonder het ‘waarom’ te onderzoeken.
Dit zijn precies de boodschappen achter de huidige meest geavanceerde therapeutische methodieken. Desondanks blijven er situaties in ons leven bestaan die we niet kunnen veranderen, hoe hard we het ook proberen. Als het lot ons soms ongunstig gestemd is zien we het niet meer zitten. Als wij moslims zijn, dan weten we het wel: ‘Als het ego (nafs) ons gaat beklagen, klaag dan niet maar wees eerder dankbaar’. Maar hoe brengen we dit inzicht over aan niet-moslims? Andermaal wijst Rumi ons hier de weg: ‘Dit is de manier van de Derwisjen: als je gemoed wil klagen, doe het tegenovergestelde, wees dankbaar. Overdrijf de zaken maar wat, tot je in jezelf gaat waarderen wat je tegenstaat. [Zelfs] doen alsof je dankbaar bent is een manier om Gods liefde te zoeken’[* 8] Mijn werk met mijn patiënten heeft bewezen dat dit idee van ‘doen alsof je dankbaar bent’, hoe vreemd het moge lijken, in de praktijk verrassende resultaten boekt. Dankzij deze gedachte realiseren patiënten die met zwaar verdriet worstelen zich dat er ook nog andere kanten aan zitten en dat ze in staat zijn dingen los te laten en de nieuwe situatie zoals die na hun verlies is, te aanvaarden.
Het geduldig verdragen van verdriet is in staat geestelijke ontwikkeling op gang te brengen en het innerlijk te zuiveren. Rumi laat dit zien aan de hand van een voorbeeld dat ons in de postfeministische tijd vreemd in de oren klinkt: hij suggereert ons een huwelijksleven te leiden in de stijl van Mohammed en niet in de stijl van Jezus [*]
U kunt natuurlijk eenvoudigweg het woord ‘vrouwen’ veranderen in ‘mannen’. Wat Rumi ons hier laat zien is het proces van innerlijke reiniging door het bewust verdragen van verdriegt en ellende. Hij gaf hier dan wel een nogal drastisch voorbeeld bij, maar wel een dat zijn gehoor in zijn tijd, vermoedelijk merendeels mannen, kon begrijpen. Hetzelfde proces en de zelfde methode gelden vandaag de dag nog steeds, al zal hij nu een ander voorbeeld gekozen hebben. Het feit dat deze woorden heden te dage weerstand opwekken geeft aan dat Rumi de eeuwige waarheden altijd ‘in een verpakking’ aanbood. Hij sprak zo tot de mensen dat ze hem konden begrijpen en riep anderen op hetzelfde te doen:
In de Westerse [psychologische] praktijk komen we gelovige patiënten tegen, maar ook patiënten met een nogal verwrongen begrip van het geloof. Zij denken dat elke gril van het lot een straf is van God. Dus voelen zij schaamte en schuld en juist die verhinderen hen op een constructieve manier met de situatie om te gaan. Rumi vindt steeds weer therapeutisch goed bruikbare voorbeelden om te laten zien dat God ons op de proef stelt met de goede en kwade zaken, zoals Hij ons zelf verzekerd heeft:
Wat wij dus als kwalijke zaken kunnen wij ook zien als een test of een uitdaging die op de lange termijn juist goed voor ons is. Visies als deze maken het mogelijk om op een constructieve manie net de grillen van het lot om te gaan. Neem het voorbeeld van de jonkies van de jakhals. In dit verhaal wordt Jezus gevraagd ergens weg te gaan omdat deze jonkies een rustige en veilige plek nodig hebben. Jezus beklaagt zich dan dat zelfs dat de jonge jakhalzen beter behandeld worden dan hijzelf. Hij krijgt het volgende antwoord: "De jakhalsjes hebben een nest, maar ze hebben geen Minnaar die hen uit het nest haalt. Die gunst is jou wel verleend: Iemand die je uit je huis haalt en je bekleedt met een eer die niet iedereen verleend kan worden. Hij geeft het alleen maar aan jou. Hij maakt elke plek tot jouw plek en rekent jou onder Zijn vertrouwelingen. Dat is toch wel iets meer waard." [* 11] Meer methodenRumi heeft ons niet alleen met zijn woorden onderricht, maar ook net zijn daden. Zo kunnen het dansritueel, de sama, en meditatie, retraite of vasten (chila, halvat, matbah chilasi) therapeutisch gebruikt worden. Recent psychologisch onderzoek heeft aangetoond dat het rond de eigen as ronddraaien tijdens de sama, samen met een iets naar rechts buigen van het hoofd een zogeheten ‘kinetische trance’ oproept. Dit zorgt ervoor dat oude ingeslepen patronen in de hersenen worden gewist ze geschikt maakt om nieuwe, betere kennis op te doen [* 12]. Deze toestand van het bewustzijn stelt ons ook in staat om ons biologische ritme, de zogeheten ultraradiale cycli, weer in goede staat te brengen; ze kunnen namelijk verstoord raken door stress. Dit herstelproces vormt misschien ook de basis van de geneeswijzen van de sjamanen [* 13] De sama kan dus de genezing van het lichaam bevorderen door middel van psychische en spirituele genezingsprocessen. Zo is het voor Westerlingen niet moeilijk om de werking van de sama te begrijpen. Moeilijke ligt dit voor meditatie, retraite of vasten. Het kost zoveel tijd dat het therapeutisch niet goed bruikbaar lijkt, hoewel een periode van veertig dagen zich terugtrekken voor sommige patiënten wel mogelijk is. Ik heb dit zelf twee maal gedaan; ook heb ik de ervaringen hiermee van andere Westerlingen, ook niet-moslims, onderzocht [* 14] Oost en WestDeze methodiek biedt ons een groot therapeutisch vermogen dat om verder onderzoek in het Westen vraagt. Meermalen ben ik in de gelegenheid geweest hierover te spreken met psychologen en psychiaters in Turkije, uitgenodigd op universiteiten voor symposia en conferenties. Deze uitnodigingen neem ik altijd met plezier aan, maar soms voel ik mij ook wat neerslachtig worden als ik met mijn collega-psychologen en met psychiaters spreek. Vele van hen imiteren alleen maar de Westerse kennis die ook in het Westen al als verouderd wordt beschouwd. Dit is erg jammer omdat Turkije en de islamitische cultuur al de meest geavanceerde methoden heeft. De erfenis van de grote therapeuten uit de tijd van de bloei van de islam, zoals Ibn Sina (Avicenna), Ibn Rushd (Averroes), Abu Bakr Razi, Al-Farabi, Hasan Suuri en anderen leeft nog voort in de geschriften van de Soeli meesters. Niet alleen mijn geliefde Rumi, maar ook bij Yunus Emre, Hoca Ahmet Yesevi en anderen hebben ons iets te zeggen dat ook in het heden nog van waarde is. Ook de ‘oosterse muziektherapie’ die Güvenç geïntroduceerd heeft is in het Westen hoger gewaardeerd en wijder verspreid dan in de landen waar deze vandaan komt. Herhaaldelijk ben ik uitgenodigd op conferenties in de VS, waar de mensen erg geïnteresseerd zijn in het integreren van therapievormen uit de antieke culturen in de Westerse cultuur, het zij door Rumi’s werkwijzen te gebruiken, sama, dhikr [*], halvat – dit heet tegenwoordig ‘cognitieve herstructurering’ – het zij muziektherapie toe te passen.
Ik mag dus hopen dat dit ook zal gebeuren in mijn tweede moederland, Turkije, waarheen Rumi op jonge leeftijd emigreerde en waar hij als zijn werk heeft geschreven. Wie weet hoever wij zullen komen met het genezen van onszelf en met ons ideaal iets voor de mensheid te betekenen? We kunnen dit niet weten als we het niet proberen. Vertrouwen en hoop zijn onze engelenvleugels en Rumi is een meester in het ontvouwen daarvan. Daarom wil ik mijn bijdrage besluiten met zijn prachtige woorden:
Literatuur- Hz. Mevlana (1988); Von Allem und vom Einen, Fihi ma Fihi; München, Diederichs Verlag. - Özelsel, M., (1993); 40 Tage - Erfahrungsbericht einer traditionellen Derwischklausur; München. Diederichs. - Rossi, E.; Die Psychobiologie der Seele-Körper Heilung; Essen, Synthesis Verlag. - Winkelmann, M. (1990); Shamans, Priests and Witches; Arizona State University: Anthropological Research Papers No. 44 NotenKlik op het nummer van de noot om terug te keren naar de tekst.[*1]
Een Turks gerecht in allerlei variaties, gemaakt van sesamolie, granen
en syroop of honing. [*2] Fihi ma Fihi, 58, p. 342. [*3] Ibid., 27, p. 200. [*4] Ibid., 5, p. 75. [*5] Ibid., 18, p. 150. [*6] Ibid., 32, p. 225. [*7] Ibid., 1, p. 60. [*8] Ibid., 64, p. 366. [*9] Ibid., 21, p. 162. [*10] Hadith quoted in Fihi ma Fihi, 24, p. 183. [*11] Fihi ma Fihi, 11, p. 103. [*12] Winkelmann, 1990. [*13] Rossi, 1993. [*14] Özelsel, 1993. [*15] Fihi ma Fihi, 44, p. 284. |