2. In de regio Amersfoort: CONTACT
[Blz. 144]
a. InleidingAls illustratie van de inhoudelijke resultaten van de beide Amersfoortse kringen wordt hier een begrip uitgewerkt, dat in de vraagstelling en in de resultaten van beide kringen een cruciale rol speelde: het begrip CONTACT. Het gaat om vragen als:
In het verslag van fase II van De Hohorst (Hoofdstuk IV blz. 117) is het begrip contact al omschreven als
[Blz. 145] Contact is dus
Ook het begrip 'dialoog' is al eerder in dit verslag genoemd als een bepaalde vorm van communicatie (zie blz. 56), namelijk
De verhouding tussen de begrippen 'persoon', 'communicatie', 'dialoog' en 'contact' is als volgt aan te geven:
Het begrip 'als persoon' is pas in fase 6 preciezer omschreven en is in deze fase op te vatten als: 'als handelende persoon', dus als mens die
Na
deze inleidende begripsomschrijving wordt respectievelijk vanuit De
Hohorst-kring en vanuit de Meerwijck-kring verteld hoe getracht is methodiek
inzake contact leggen te ontwikkelen. Daarna worden twee daarbij opgekomen problemen elk besproken vanuit beide kringen. b. Vanuit De Hohorst-kring: twee handelwijzen en een voorrangsregeling
Twee
handelwijzen
De
lezer wordt verzocht even terug te gaan naar hoofdstuk III, waar op blz. 75 het
verhaal 'Angstig meisje in de groep' als voorbeeld
gebruikt is van de werkwijze in dit onderzoek.
Beide voorbeelden zijn niet toevallig gekozen, het zijn tevens voorbeelden van de twee handelwijzen die aan de hand van deze en andere verhalen in de kring zijn onderscheiden en vergeleken. Ze zijn voorlopig aangeduid als Handelwijze I en II, naar de volgorde waarin ze zijn voorgekomen. Toen het bijzonder angstige meisje Lia in de groep kwam is eerst volgens handelwijze I gewerkt. Die beviel duidelijk niet, waarna gezocht is naar een andere handelwijze. Zo ontstond vanuit verschillende verhalen hierover handelwijze II. Hieronder staan ze naast elkaar.
[Blz. 146] |
Twee handelwijzen vergeleken |
||
Element |
Handelwijze I |
Handelwijze II |
Situatie |
Lia ligt in bed en wil er niet uitkomen. Ze is bang, staart voor zich uit, zegt weinig, huilt, doet niets | |
(1)
|
Ongezonde
zaak die de groep niet zal pikken; lijkt op een psychiatrische (= zieke) situatie. |
Het
is meer angst dan koppigheid. Ze huilt met redenen: er gebeuren dingen
dwars tegen haar wil en gevoel in. Als je op de kleine signalen let, zie je toch eigenheid én zie je haar behoeften. Dat zijn ingangen voor contact. |
(2)
|
Uit bed, in dagritme, in de groep, activeren. |
Eerst vertrouwen wekken en contact krijgen, dan uit bed, in de groep en activeren |
(3)
|
a.
Afleiden b.
Gebruik van macht en overwicht c. Appčl op rede |
a.
Vragen naar gevoel zónder commentaar b.
Geen dwang of bevel c.
Appčl op haar eigen wil d. Onze zorg uiten en geven e.
Ik-boodschappen: ons gevoel uiten f.
Samen dingen doen die ze wil en kan g.
Klachten serieus nemen, oplossingen zoeken, ondersteunen h. Lijfelijk contact bieden |
(4)
|
Lia
bleef in bed, at niet, douchte niet, kwam als het moest er uit maar was dan contactloos, gezapig, koppig en onredelijk. |
Lia
komt uit bed, douchet zich, eet en speelt mee, krijgt daar plezier in,
glimlacht, gaat naar de klas, uit eigen wensen en plannen, toont
zelfinzicht en gaat ons vertrouwen. Ze
blijft in de buurt van de groepsleiding, gaat praten. Er groeit contact. Lia
fleurt op. Na vier maanden is dit nog zo. |
(5)
|
Zwaar, moeilijk. | Verbaasd. Fijn. |
(6)
|
Dit
werkt niet. We gaan net zo met haar om als haar ouders deden: klein houden, voor haar invullen, weinig naar haar luisteren, onze wil aan haar opleggen. |
Angst
komt voort uit gebrek laan (zelf)vertrouwen, wat weer voortkomt uit het
negeren van de eigen wil door de vorige opvoeders. Dus
moeten wij het anders doen, eerst vertrouwen, dan contact, dan pas eisen
mét kracht maar zónder macht.` Sluit aan bij wat ze kan, wil, behoeft; zie de kleine signalen; antwoord niet-verbaal. Contact is de basisbehoefte, niet structuur of regel. |
(7)
|
Vanuit wat wij goed en gezond vinden voor haar. |
Vanuit wat zij zelf aangeeft. Vooral de WIL is belangrijk. |
[Blz. 147] De kernwoorden van handelwijze I zijn:
De kernwoorden van handelwijze II zijn:
De
voorrangsregeling
Het
team gaf uitdrukkelijk de voorrang aan handelwijze II. Dit sluit handelwijze I niet geheel uit; pas binnen handelwijze II kun je soms elementen uit handelwijze I gebruiken. In
het gesprek hierover kwamen twee begrippen naar voren, die elk een aspect van
het werk aanduiden: LEVEN en LEREN.
ONTWIKKELEN
houdt in: LEVEN én LEREN. Maar
er is een voorrangsregel: LEVEN is de basis. Pas van daaruit kun je LEREN. Dan
weer terug naar de basis. Binnen
die basis, leven, is CONTACT een kernbegrip, dus contact leggen van
basaal belang. Handelwijze II biedt daartoe de beste mogelijkheden.
Hoe
leg je dan contact?
Voorwaarden:
grondhouding, visie en vaardigheid
Om contact te kunnen leggen in bovengenoemde zin, is er een basis nodig ofwel dient er aan een aantal voorwaarden zoveel mogelijk te worden voldaan. Die voorwaarden die in de organisatie en het beleid van de inrichting liggen, zijn in deze kring niet besproken; ze vormden in De Hohorst kennelijk geen probleem en ze vielen buiten de vraagstelling van het onderzoek.
Wat wel binnen de vraagstelling valt zijn de voorwaarden waartoe de beroepsopleiding kan bijdragen, namelijk
(a) Een grondhouding
van
respect voor kinderen en ouders, hoe anders die eventueel ook mogen zijn; oog
hebben voor wat er achter het zichtbare gedrag speelt in het innerlijk van
mensen, bereidheid om hiernaar te zoeken. In het bijzonder respect voor de wil
van mensen OOK VAN KINDEREN DUS. Een tweede aspect is het aanvaarden van lijfelijkheid en alledaagse zorg als wezenlijk voor menselijk leven, dus hiervoor ook tijd over hebben. (b) Dit impliceert een visie op de mens
als persoon, hoe jong of oud of anders mensen ook zijn; dit impliceert een visie waarin niet zozeer het biologisch organisme en het verstand van de mens als kern wordt gezien, maar waarin de in principe vrije wil van de mens als eerste kenmerk van menselijkheid wordt erkend. Daarnaast
dient er in die visie ruimte te zijn voor het gevoelsmatige en deels irrationele
in de mens; met name voor de uiterste gevoelens (hevige haat en verliefdheid,
depressiviteit en plezier) dient in die visie ruimte te zijn.
(c) Vaardigheden
Om
vanuit die grondhouding en visie tot contact te kunnen komen zijn vaardigheden
nodig, met name de communicatieve vaardigheden, in het bijzonder die van het
kunnen luisteren naar mensen en het zich kunnen inleven in mensen. Niet-verbale
communicatie is hierbij essentieel, dus ook het kunnen en durven omgaan met de
mens als lijfelijk wezen. Evenzeer is expressieve vaardigheid van belang.
Daarnaast dient creativiteit en speelsheid ontwikkeld te zijn, doch ook het
vermogen om beheerst en gedoceerd de eigen kracht in te kunnen zetten.
Groepsleider
een duizendpoot?
Uit
het bovenstaande lijstje lijkt een duizendpoot tevoorschijn te komen. Doch dit
is niet zo. Wat tevoorschijn komt is een gewoon, doch rijk levend mens die
zijn/haar grenzen heeft, doch die deze grenzen erkent én die aan de verruiming
van die grenzen wil werken. [Blz. 149]
zijn
helemaal niet exclusief voor professionele groepsleiders. Het
punt is: is dit verstikt of is het ontwikkeld? |