|
Verhaal a |
Verhaal b & c |
Verhaal d & f |
Verhaal e |
→ |
Horizontale analyse |
||||||||
(1) |
Algemeen: Lia is passief en zegt vrijwel niets |
→ |
Meisje is
passief en contactloos. Wat ze KAN, WIL en BEHOEFT is te zien als een ingang voor contactopbouw. |
|||||||||||
Lia blijkt leuk te kunnen knippen | Kleren nodig (ZORG nodig) |
De groep ziet een griezelfilm op de
video. Lia is bang. |
||||||||||||
(2) |
Activeren (en contact leggen? | Activeren | Zorg benutten voor contactopbouw | Zorg benutten voor contactopbouw |
→ |
a. Activeren b. Contactopbouw via zorg |
||||||||
(3) |
Samen bezig met wat ze kan en wil: knippen - zonder gepraat | Verhaal b: stimuleren tot tekenen
Verhaal c: oogcontact |
Samen kleren kopen. Veel geduld. Niets hoeft als ze zelf niet wil |
Lijfelijk contact |
→ |
|
||||||||
(4) |
Leuk | b: lukt niet; ze zoekt MIJ steeds op.
C: oogcontact, zegt dan iets uit zichzelf |
Kiest leuke kleren uit.
Bewondering in de groep. Ik leer haar kennen |
Contact.
Ze voelt mij en ze gaat zich uiten. |
→ |
|
||||||||
(5) |
Leuk | Heel fijn |
→ |
Leuk, fijn | ||||||||||
(6) |
→ |
|||||||||||||
(7) |
→ |
|||||||||||||
|
↓ |
↓ |
↓ |
↓ |
|
↓ |
||||||||
Vert.
|
Samen bezig gaan met wat ze KAN en WIL leidt tot fijn contact zonder woorden | Stimuleren tot zelf
(alleen) bezig gaan lukt niet. Eerst zoekt ze contact met mij. Non-verbaal contact lukt wel, daarna gaat ze praten |
Wat ze BEHOEFT en WIL is
ingang tot samen bezig zijn. Dit leidt tot contact. |
Wat ze BEHOEFT is ingang tot niet-verbaal contact. |
→ |
Wat ze KAN, WIL en
BEHOEFT is een goede ingang voor non-verbaal contact. Het verbale komt
later, dan gaat ze ook bezig zijn. CONTACT is een basis-behoefte; eerst non-verbaal, dan verbaal. |