de Bruin, Ellen: Repressie slecht voor gevangen jongeren.
Als de groepleiders goed zijn, kunnen jongeren beter uit de gevangenis komen dan ze erin gingen. Dat concludeert Peter van der Helm in zijn proefschrift.
NRC 5 juli 2011
Zie hieronder bij Helm, Peter van der ...
Het goede nieuws is dat er ten minste iets werkt, vertelt Van der Helm: het creëren van een ‘open leefklimaat’ binnen de groep. Dat wil zeggen: een sfeer waarin jongeren zich gesteund voelen door hun groepsleider, het idee hebben dat ze zelf iets leren, niet onderdrukt worden door allerlei regels en elkaar kunnen vertrouwen.
Abram, Ido, Opvoeding
na Auschwitz, Lezing, 1998
In Duitsland woedt het debat welke betekenis de verschrikkingen van de uitroeiing van
Joden en andere doelwitten van het nazi-regime nog kan hebben. Wordt het 'nooit meer'
langzamerhand een holle frase? Of kan het geweten niet zonder de herinnering aan
Auschwitz?
Geysendorpher, Suzanne J.M., Geen
tijd voor een aai over de bol
; verbaasde stagair in kindertehuis; in:
0 | 25, Juni 2001
Pim wil kleuren maar dat mag niet, want de leiding heeft geen tijd om de kast
met stiften open te maken. SPH-student Suzanne Geysendorpher liep stage in een
leefgroep en beschrijft haar verbazing. ' Iedereen is zo ontzettend bewust aan
het opvoeden, waar is de liefde gebleven?'
Geysendorpher, Suzanne J. M., Het zijn de kleine dingen die het doen,
Afstudeerscriptie SPH, Ridderkerk, December 2000
...wanneer worden structuur en veiligheid teveel? Wanneer wordt structuur eerder
belemmering dan veilige regelmaat? Wanneer wordt veiligheid
ontwikkelingsbelemmering? Wanneer noem je het structuur en wanneer is het alleen
nog maar streng? Op welk moment loopt de structuur voor de kinderen over in
structuur die de groepsleiding zelf nodig heeft om overzicht te kunnen houden?
[...]
Hoe kun je op zo’n manier structuur en veiligheid aanbrengen dat structuur en
veiligheid geen beperkende factoren zijn en kinderen voldoende ruimte hebben om
zichzelf te ontwikkelen en ontplooien?
Helm, Peter van der: Fitst do no Harm. Living group climate in secure juvelile correctional institutions. Proefschrift, VU Amsterdam, 2011:
Nederlandse samenvatting.
[... ...] Om belangrijke doelstellingen als opvoeding, behandeling en rehabilitatie te realiseren is het van groot belang dat er een ‘open’ sociaal therapeutisch behandelklimaat wordt gecreëerd.[...]
Een dergelijk open leefklimaat zal moeten bestaan uit voldoende ondersteuning van de pedagogisch medewerkers, voldoende groeimogelijkheden bij jongeren, zo min mogelijk repressie en een goede onderlinge atmosfeer. [...]
Hiervoor is waarschijnlijk een paradigmawisseling nodig, waarbij het huidige paradigma van ‘opvoeding en controle binnen’ vervangen moet worden door ‘opvoeding gericht op buiten’, om met de samenleving een toekomstperspectief te creëren voor de onder haar verantwoordelijkheid gestelde jongeren.
Hommes, J.P.
, Kinderen die je niet gemakkelijk loslaat; Over
interacties met kinderen die al in hun eerste relaties teleurgesteld werden. In:
J. de Wit, H. Bolle & J.M. van Meel, Psychologen over het kind 5,
Wolters-Noordhof, Groningen, 1979.
Citaten uit:
Koelewijn, Jannetje
Agressie bij jongens is bij meisjes angst - Hoe help je delinquente jongeren?
Interview met Lucres Nauta, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie.
In: NRC 24 juli 2023.
... met kort commentaar en een toevoeging:
Er is een factor bijgekomen die niet is aangeboren, maar die maatschappelijk wordt aangereikt, of zeg maar: wordt opgedrongen, ....
door Frans Gieles
Lucres Nauta:
"De ene jongere heeft een grotere aangeboren biologische kwetsbaarheid dan de andere."
"Eigenlijk ken ik geen jongens die alleen maar agressieve rotzakken zijn."
"Agressieve jongens en angstige meisjes lijken biologisch op elkaar"
[...] "Psychiaters en onderzoekers zien delinquent gedrag – stelen, vernielen, liegen en bedriegen, geweld plegen – nu als het resultaat van sociale én psychologische én biologische factoren."
Gieles:
"... die de mentale ontwikkeling, dus ook de concentratie en de zelfbeheersing, beduidend hindert, namelijk het overmatig kijken op hun mobieltjes en andere schermen, dus een overvloed aan vaak niet relevante informatie die verwerkt zou moeten worden, maar die zich alleen maar hinderlijk opstapelt en de werking van het brein belemmert."
Maier, Henry W., Zorg weegt
het zwaarst; Wat kinderen, thuis of uit huis geplaatst, zeker nodig
hebben voor hun ontwikkeling, in: Jeugd & Samenleving, aug-sept 1983,
themanummer 'De groepsleider', Herdrukt in De groepsleider, Basisboek voor
werkers in de residentiële hulpverlening, door Maurice van Lieshout en
Maria Ruigewaard (Red.),
Acco, Amersfoort/Leuven, 1987
Het artikel verscheen oorspronkelijk in Child Care Querterly 8, Fall
1979, Human Sciences Press New York, onder de titel "The core of Care:
Essential Ingredients for the Development of Children at Homa and Away from
Home".
Dat kinderen zorg nodig hebben lijkt zo vanzelfsprekend, zo gewoon dat je er
niet bij stil staat. Maar als kinderen in een tehuis komen te wonen en door
beroepsopvoeders worden verzorgd, dreigen de gewone dingen ineens minder
vanzelfsprekend te zijn. Vooral als er sprake is van behandeling in een tehuis
dreigt het bijzondere het gewone te verdringen.
Bovendien: wat is zorg eigenlijk? Wat houdt het in? Het is de moeite waard
daarover verder na te denken aan de hand van het hier vertaalde artikel van
Henry Maier. Naar onze mening zou ieder team van groepsleiders regelmatig stil
moeten staan bij de vraag hoe het in hun groep zit met de zorg voor de kinderen.
De zeven componenten die Maier noemt kunnen daarbij een leidraad zijn (de
vertaler).
Pronk, Iris; 'Pleegkind moet een vertrouwenspersoon krijgen'
Onderzoekster Elly Singer: Een pleegkind durft te midden van vreemden geen emoties te uiten; Iris Pronk, Trouw, 26 november 2012
Over: Elly Singer, Adimka Uzozie en Kirti Zeijlmans, 'Nooit meer zo alleen. Wennen in een pleeggezin'. Een onderzoek van stichting Alexander en Universiteit van Amsterdam, 2012.
Gezocht: een vertrouwenspersoon voor ieder pleegkind. Liefst geen hulpverlener, maar een tante, buurvrouw of volwassen neef. Deze persoon moet aardig en betrouwbaar zijn, goed kunnen luisteren en zijn leven langdurig met dat van het pleegkind willen verknopen. Want al wordt dat kind onder goede bedoelingen bedolven, het is toch moederziel alleen.
Deze contactadvertentie valt af te leiden uit het boek 'Nooit meer zo alleen? Wennen in een pleeggezin' dat vandaag verschijnt.
[Het kind] Dat wordt omringd door 'vreemde volwassenen' ...
Te midden van die vreemden durven pleegkinderen hun emoties niet te uiten [...]
De oplossing is volgens Singer een vertrouwenspersoon, bij wie het kind zich veilig voelt en die het kind al lang kent. [...]
Hulpverleners moeten het pleegkind helpen zo'n vertrouwenspersoon te vinden, liefst in zijn eigen netwerk. Het is volgens Singer niet handig als de vertrouwenspersoon een professional is, want die wisselt vaak van baan of functie, terwijl pleegkinderen juist gebaat zijn bij een duurzame band. [...]