[< Back]     [Home]     [Up]     [Next >] 

H III, Par. 4. Kwaliteitscriteria

Inleiding  

[Blz. 58]

Handelingsonderzoek kent eigen kwaliteitscriteria, andere dan gedragsonderzoek, omdat het een eigen paradigma heeft. Dit is beschreven op p 43 e. v. Weliswaar gelden voor elk wetenschappelijk werk de eisen van systematiek en controleerbaarheid, de geldigheid of validiteit van uitspraken wordt in elk paradigma op eigen wijze ingevuld. 

Bij gedragsonderzoek geldt objectiviteit, de controleerbare overeenstemming tussen uitspraken en feiten, ais hoogste eis. Bij handelingsonderzoek wordt het principe van de objectiviteit vervangen door de dialectische object-subject-wisselwerking (zie p 51) en door de kritische intersubjectiviteit De eis van herhaalbaarheid, het werken met her- of paralleltests en het werken met statistische toetsingen is bij handelingsonderzoek meestal niet of slechts beperkt mogelijk omdat de voorwaarden ertoe ontbreken. Er gelden andere eisen; er is een "specifieke, op handelen gerichte invulling van validiteit" (Doets 1981 p 133).

Het doel van handelingsonderzoek is het ontwikkelen van kennis van het type 'weten te handelen'. Of deze kennis geldig is, zal in de praktijk moeten blijken, dus mede door de praktijkwerkers bepaald moeten worden. Zij zullen in de discours hierover hun oordeel geven. 

Over de discours en de geldigheidscriteria is ai het nodige gezegd op p 44 e. v. en 49 e. v. In deze paragraaf zullen de eigen kwaliteitscriteria voor handelingsonderzoek, zoals deze in de literatuur genoemd worden, bijeen worden gezet en besproken.

Handelingsonderzoek is een proces dat gelijktijdig aan twee doelstellingen werkt: 

1e) aan het veranderen van een praktijksituatie, laten we dit het resultaat noemen, en 

2e) aan het ontwikkelen van kennis, laten we dit het produkt noemen. 

Er zijn kwaliteitscriteria te stellen aan het proces, aan het resultaat en aan het produkt.  

 

[Blz. 59

Aan het resultaat is de eis te stellen, dat de veranderde situatie door de betrokkenen op redelijke gronden als een verbeterde situatie wordt beoordeeld. Hierover valt m.i. niets in het algemeen te zeggen; het oordeel is gebonden aan specifieke factoren in specifieke situaties en aan vakinhoudelijke (hier: orthopedagogische) normen.

Aan het produkt zijn de volgende eisen te ste11en: 

a. Bruikbaarheid voor praktijkwerkers, dus 

(1) herkenbaarheid door praktijkwerkers,

(2) stimulering van probleem-oplossend vermogen,

(3) overdraagbaarheid naar en toepasbaarheid in meerdere praktijksituaties en (

4) ethische juistheid.

b. Rationaliteit en logische consistentie. 

c. Openheid voor verdere ontwikkeling.

 

Aan het proces zijn de volgende eisen te stellen: 

a. Creativiteit.

b. Doorzichtigheid voor praktijkwerkers.

 

Deze eisen worden in deze paragraaf toegelicht en voorzien van literatuurverwijzingen. Het zijn de criteria waarop handelingsonderzoek, dus ook dit onderzoek, beoordeeld mag worden. Gevraagd mag worden om handelingsonderzoek ook aan deze criteria te toetsen en niet aan die van gedragsonderzoek. Handelingsonderzoek is een specifieke vorm van onderzoek met een eigen paradigma en eigen kwaliteitscriteria. [*90]

1. Eisen aan het produkt

a. Bruikbaarheid

Handelingsonderzoek wil kennis produceren van het type 'weten te handelen'. Bruikbaarheid van die kennis in de praktijk is dus de eerste eis, die dan ook door alle auteurs genoemd wordt. De term 'bruikbaar' is gebruikt door Ter Horst (1980 p 32) en door Rink & Rijkeboer (1983). De eis van bruikbaarheid impliceert vier subeisen:

(1) Herkenbaarheid door praktijkwerkers

Van kennis die niet als 'eigen' beleefd wordt, is niet te verwachten dat deze door praktijkwerkers benut wordt. Het produkt (en dus ook het proces) zal moeten aansluiten bij de huidige kennis, kunde en visie van de praktijkwerkers. Deze eis wordt door vrijwel alle geraadpleegde auteurs genoemd. [*91]

(2) Probleem-oplossend vermogen

De kennis moet bruikbaar gebleken zijn bij het oplossen van problemen in de praktijk. Deze eis wordt door enkele auteurs 'hanteerbaarheid' genoemd. De kennis moet mensen kunnen helpen zichzelf te helpen, zich te emanciperen. Het kennisprodukt (en dus het proces) dient, om probleem-oplossend te zijn, ook rekening te houden met de niet-rationele kanten van de mens. [*92]

Zelf merk ik hierbij op dat verklarende kennis nog niet aan deze eis hoeft te voldoen. Als ik een probleem kan verklaren, bijvoorbeeld lastig en conflictueus gedrag van een kind, wil dat nog niet zeggen dat ik ook weet hoe er het beste mee om te gaan; daartoe is niet 'weten te verklaren' maar 'weten te handelen' nodig.

(3) Overdraagbaarheid naar en toepasbaarheid in meerdere praktijksituaties

Hierover verschillen de auteurs van mening. Sommigen noemen 'algemeenheid' of 'generaliseerbaarheid' een eis, [*93] anderen ontkennen de mogelijkheid hiervan. Het gaat er niet om dat uitspraken generaliseerbaar zijn, maar dat ze in bepaalde situaties richtinggevend kunnen zijn voor het handelen. [*94] 

Heinze e.a. stellen dat het produkt onvermijdelijk gebonden is aan de werkplek waar het proces plaats vindt, en dat dit ook niet erg is. Generalisering wordt niet eens nagestreefd, omdat algemene kennis slechts dienstig is voor hen die de maatschappij willen beheersen en dat dit de emancipatie van mensen alleen maar tegenhoudt. Ook kritiseren zij de vooronderstelling in het begrip , generalisering' , dat er vaste feiten, regelmaat en constantie zijn -- en als die er zijn dat dat goed is. Zij accepteren dat handelingskennis slechts beperkt bruikbaar is, namelijk op bepaalde plekken of in bepaalde situaties voor bepaalde groepen mensen.  

[Blz. 60] 

Zij stellen dat positivistische algemene kennis óók reduceert, zij het in andere opzichten: zij reduceert de verschillen tussen mensen weg (Heinze e.a. 1975 p 41 en h 5). 

Het gaat, zeggen andere auteurs, dan ook niet om generaliseerbaarheid in positivistische zin, maar om toepasbaarheid in een zo groot mogelijk terrein, om draagwijdte en overdraagbaarheid, zodat meerdere mensen de kennis in meerdere situaties kunnen gebruiken; [*95] niet tot beheersing, maar tot emancipatie van mensen.

Bij de eis van overdraagbaarheid doet zich een probleem voor, meen ik. Verklarende kennis is relatief eenvoudig over te brengen, maar handelingskennis en kunde is veel meer gebonden aan personen. Volgens mijn omschrijving van het begrip 'handelen' is het zelfs per definitie gebonden aan personen (zie p 31). Wat voor de een mogelijkheid is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. De ontwikkelde kennis zou, indien deze op voldoende abstractieniveau is geformuleerd, overdraagbaar kunnen zijn en op andere plekken gebruikt kunnen worden. Overdraagbaarheid van de ontwikkelde kunde lijkt mij een probleem.

(4) Ethische juistheid

Een werkmethode die technisch gezien bruikbaar is, is daarom nog niet per se juist. Een handelend persoon weet zich verantwoordelijk aan de hand van kritiseerbare normen en vraagt om handelingsmogelijkheden die hij tot.zijn verantwoordelijkheid kan rekenen. Handelingsonderzoek doen is dan ook meer dan een onderzoekstechniek toepassen. Moser toont aan dat een puur onderzoekstechnische beschrijving van handelingsonderzoek ook opgaat voor 'de georganiseerde misdaad'. [*96] 

Er is meer. Het gaat niet alleen om effectiviteit, maar ook om ethische juistheid, om normen en waarden, om prescriptieve uitspraken en het rationeel beredeneren daarvan [*97]. Normen en waarden verschillen tussen personen, groepen, tijden en (sub)culturen, dus kan ook het oordeel over de ethische juistheid verschillen. De eis is dat er rationeel en kritisch over gedacht wordt. Voor handelingsonderzoek gelden enkele waarden in het bijzonder: democratisering,emancipatie en autonomie; machtsaanspraken mogen niet verhuld en niet als vanzelf gelegitimeerd worden. 

Deze waarden en deze eis gelden zowel voor het produkt, als voor het proces van onderzoek. Wie een groep helpt te emanciperen ontkomt er niet aan soms partijdig te zijn, hetgeen bij handelingsonderzoek legitiem wordt geacht. 

Ook een kritische houding ten opzichte van de bestaande maatschappelijke verhoudingen mag als eis gesteld worden, evenals een kritiseerbare opstelling van alle deelnemers aan het onderzoek en van het produkt van het onderzoek. [*98] 

Clemens (1985 p 5 en 13) voegt nog een ethisch criterium toe, namelijk voorzichtigheid; veranderingen in handelwijzen zullen met voorzichtigheid moeten worden doorgevoerd; er bestaat immers geen garantie dat het andere handelen ook beter zal blijken te zijn. Een behoedzame, bescheiden en zelfkritische houding is hier dus op zijn plaats.

b. Rationaliteit en logische consistentie

Handelingsonderzoek hanteert een breed rationaliteitsbegrip, zoals al is aangegeven in het schema op p 50 waar de criteria voor geldigheid bijeen staan. Rationaliteit betreft niet alleen de objectieve wereld, maar evenzeer de sociale wereld met haar normen en de subjectieve wereld. De opvatting dat onderzoek waardevrij moet zijn, noemt Habermas een "halvering van de rede" (geciteerd door De Boer 1972 p 570 uit Habermas 1969). De toets der rationaliteit geschiedt in de discours. "Er is geen extern criterium voor waarheid, juistheid en waarachtigheid", zegt Habermas, daarvoor moet je in discours treden. [*99]

De eis van logische consistentie wordt door slechts enkele auteurs genoemd, maar mag zeker gesteld worden. Handelingsonderzoek,werkt dicht op de praktijk en nauw samen met de werkers daarin. Het is niet ondenkbaar dat er in de praktijk theorieën vigeren die wel bruikbaar zijn, maar die de toets der logische consistentie niet geheel kunnen doorstaan. In dat geval mag men niet tevreden zijn met het formuleren van die theorie als deel van het interpretatiekader van de betrokkenen, maar zal men die theorie kritisch moeten bezien. 

De eis impliceert een voldoende en juist gekozen niveau van abstractie en eenzelfde niveau van abstractie bij begrippenparen. Het produkt van handelingsonderzoek zal geformuleerd moeten zijn in een duidelijk geëxpliciteerd kader en in een logische en systematische ordening in duidelijke ordeningscategorieën. De redeneringen en conclusies zullen duidelijk en controleerbaar geformuleerd moeten zijn. [*100]     

[Blz. 61]

c. Openheid voor verdere ontwikkeling

Het produkt van handelingsonderzoek, kennis, wordt niet opgevat als vaststaand, maar als voorlopig en altijd in ontwikkeling zijnd. Dit stelt eisen aan het produkt: de kennis moet vatbaar zijn voor verdere ontwikkeling, dus kritiseerbaar [*101] en logisch ontleedbaar. 

Deels bestaat de kennis uit zinvolle vragen. Nog onopgeloste kwesties en nog bestaande logische inconsequenties dienen niet verhuld te zijn maar duidelijk aangegeven te worden. Dan is die kennis niet alleen bruikbaar maar ook vruchtbaar. [*102] Het gaat niet alleen om 'waarheid' maar evenzeer om 'perspectieven' [*103]. Het produkt moet levendig zijn en zelfcorrigerend, [*104] het moet construerend vermogen hebben, [*105] hiertoe flexibel zijn. [*106] Kennis van het type 'weten te handelen' heeft de vorm van een dynamisch proces, niet van een statisch feit. [*107]

2. Eisen aan het proces

Uit de bespreking van de eisen aan het produkt kwamen al twee eisen aan het proces naar voren, namelijk 

dat het dient aan te sluiten bij de praktijkwerkers in kwestie dus bij hun huidige kennis en kunde en visie (bij eis a1) en 

dat het proces democratiserend en emanciperend dient te zijn (bij eis a4). Hieronder volgen nog twee eisen aan het proces.

 

a. Creativiteit

Handelingsonderzoek dient nieuwe handelingsmoge1ijkheden op te leveren; creativiteit is derhalve een eis die vooral aan het proces te stellen is. Het onderzoek dient de creativiteit van de deelnemers te wekken. Deze eis wordt met nadruk door De Zeeuw genoemd en kenmerkend genoemd voor handelingsonderzoek. Het gaat om het uitvinden van nieuwe combinaties en varianten, het doorbreken van regelmaat, om het verbeteren en veranderen van de handelingsmogelijkheden.[*108] 

Doets [*109] spreekt van het doen van een appèl op de deelnemers, en het actief zoeken naar mogelijkheden. 
Nijk [*110] spreekt van 'inventiviteit' als kwaliteitsmaat voor handelen.  
De Boer [*111] stelt de eis dat het onderzoek nieuwe gezichtspunten opent. Er moeten ongebruikte mogelijkheden zichtbaar worden.[*112] Kritische theorie wil veranderen, de fantasie behoort tot haar denkwijze, eigenzinnigheid tot haar grondhouding. [*113]

Wellicht ten overvloede mag de aard van de creativiteit nog iets nader geformuleerd worden als het om (ped)agogisch werk gaat. Er wordt hier niet gedoeld op handigheid maar op handelingsvermogen. Dat wil zeggen: niet op technologische handigheid om mensen te beïnvloeden of te veranderen; de aanvaardbaarheid daarvan is strijdig met de handelingsvisie op de mens. Wel is bedoeld: verantwoord kunnen handelen als persoon vanuit een breed doelenkader, gefundeerde kennis en een breed handelingsrepertoire (zie de omschrijving van 'handelen' op p 31).

b. Doorzichtigheid voor praktijkwerkers

Handelingsonderzoek gebeurt per definitie met en door praktijkwerkers. Dit vereist dat voor hen het gehele proces doorzichtig moet zijn. De manier van onderzoeken en conclusies trekken dient voor hen en voor anderen zichtbaar en natrekbaar te zijn. Dat geldt ook voor het kader waarin gedacht wordt, en de veronderstellingen daarin ("paradigmatische transparantie", noemt Moser deze eis [*114], voor de doelen en methoden van onderzoek en in het bijzonder voor de invloed van de onderzoeker erin. Die mag er zijn, maar dient onverhuld te worden aangegeven. Dat bevordert de controleerbaarheid, dus de intersubjectiviteit, dus de kwaliteit van het onderzoek. [*115]  

[< Back]     [Home]     [Up]     [Next >]