De historische JezusLezing op 13 januari 2009 op de Thema-avond "Jezus en İsa", Raad voor Levensbeschouwing, Deventer Dr Frans E J Gieles InleidingDe verhalen die u hebt gehoord spelen zich af in het verleden; wat we hebben zijn teksten. Bijvoorbeeld, zoals u zojuist gehoord hebt, 'İsa Qur'an'da - Jezus in de Qur'an'. Dus gaan we geschiedkundig onderzoek doen en we gaan de teksten onderzoeken. Wat houdt dit in? [* 1] OnderzoekHistorisch onderzoek zet ons aan tot het graven in de grond en het raadplegen van oude landkaarten en geschiedenisboeken.
Wel, Palestina was in de tijd van Jezus veroverd door de Romeinen. De koning was niet meer dan een vazal en de godsdienstige autoriteiten hadden zich neergelegd bij de bezetting en werkten samen met de bezetter. De Romeinen waren meedogenloos; verzet tegen de bezetter was praktisch onmogelijk. Jezus - dan wel zijn evangelisten - verzetten zich dan ook niet tegen de Romeinen, maar wel verzette hij zich fel tegen de godsdienstige autoriteiten, de Farizeeën en schriftgeleerden. Die zagen hem als een gevaarlijke opstandeling met volgelingen. Het Sanhedrin veroordeelde hem al bij verstek tot de dood, waardoor hij voortdurend moest vluchten. Dit vonnis is uiteindelijk overgenomen door de Romeinen die met opstandelingen wel raad wisten. Het kostte hem zijn leven. Tekstuele analyse vindt plaats binnen een tekst.
Dan kunnen er meerdere auteurs zijn, er kunnen door predikers, schrijvers of kopiisten passages aan zijn toegevoegd, of passages zijn weggelaten.
Vaak zijn teksten, bijvoorbeeld die van Paulus, niet door Paulus zelf geschreven, maar aan hem toegeschreven. Bij het evangelie van Johannes twijfelt men of er een auteur is, of deze Johannes is, of dat er meer auteurs aan gewerkt hebben. Vergelijkende tekstuele analyse houdt in dat we de tekst leggen naast andere versies ervan en naast vergelijkbare teksten uit hetzelfde tijdperk. In de afgelopen zestig jaar zijn er veel teksten gevonden die eeuwen lang in grotten en kruiken verborgen zijn gebleven. Uit de grotten
kwamen ze tevoorschijn: meerdere evangelies, bijvoorbeeld dat
Dit maakt datering en vergelijking mogelijk. De cultuur van toen en daar was een cultuur van mondelinge overdracht in de vorm van verhalen die in de Oosterse cultuur altijd een beetje aangedikt werden. Het was geen cultuur van rationele theologen maar van verhalenvertellers. Als je iets wil vertellen van hoe je het goddelijke beleeft en uitlegt, dan geven wij een definitie en een rationeel theologisch verhaal. In die tijd legde men het uit met een verhaal: ‘Er was eens een koning …’ Of: ‘Jezus kwam eens in een stad … en toen gebeurde er … dit en dat …’. De evangeliesWe kennen nu vier erkende ofwel canonieke evangelies. Deze zijn geschreven enkele decennia na Jezus’ dood.
Marcus is het oudste en het minst bewerkte evangelie. Matheus en Lucas hadden Marcus voor zich liggen toen zijn gingen schrijven; zij lieten passages weg en voegden er andere aan toe. Zo deden zij aan beeldvorming: de mens Jezus moest een Heilige Jezus worden, passend in hun theologie. Er zijn ook overeenkomsten in de teksten van Matheus en Lucas die weer niet met Marcus overeenstemmen. De veronderstelling is dan dat zij beschikt moeten hebben over het evangelie van Thomas dat later gevonden is [*e]. Ook moeten beiden een oudere bron gebruikt hebben, genaamd “de bron” ofwel “Die Quelle”, later “de Bron Q” of gewoon “Q”. Die Q-tekst is nooit gevonden maar is wel woord voor woord gereconstrueerd door een grote groep geleerden die er jarenlang samen aan werkten, en nu ook in het Nederlands gepubliceerd. [* 2] De “Q” bevat geen verhalen over Jezus, maar alleen de woorden van Jezus. De verhalen zijn daar later omheen geweven. Wat zijn de resultaten?We moeten erkennen dat we veel dingen gewoon niet weten. Over de geboorte en jeugd van Jezus weten we zo goed als niets. Zeker weten is er niet bij. Veel teksten zijn op meerdere wijze te interpreteren en de geleerden zijn het dan ook nooit helemaal eens. Je komt niet verder dan waarschijnlijkheden en redelijke vermoedens. Er kan immers elk moment weer een oud handschrift of een nieuwe tekst of andere gegevens opduiken die weer nieuwe informatie geven. Wat blijft er dan over?Minder tekst, in elk geval. De engelen en de herders vallen weg, het stalletje en de kribbe, de os en de ezel vallen weg en zelfs heel Betlehem valt weg. Betlehem is vermoedelijk ingevoerd omdat dit voorspeld was, dus ‘moet het wel zo gebeurd zijn’. Vooral Matheus, maar ook Lucas passen hun verhalen aan aan de voorspellingen in het Oude testament, want ‘die moeten toch wel uitgekomen zijn’.
Jezus heeft naar alle waarschijnlijkheid wel echt bestaan. Naar de huidige inzichten is hij niet geboren op 25 december in het jaar 1, maar kan hij geboren zijn in een van de jaren zeven tot vier vóór Christus in Nazaret, waar hij ook opgegroeid is als zoon van een timmerman – of wellicht eerder een uitvoerder van de gebouwen die koning Herodus in die buurt liet bouwen. Een exacte geboortedatum is ons niet bekend.
Hij ging wel flink tekeer tegen de godsdienstige leiders van die tijd die het heil vooral zochten in uiterlijkheden, in de letter van heel veel wetten – met verwaarlozing van de geest van de wet. Hij overtrad die wetten ook:
Dit moet wel kwaad bloed gezet hebben bij de godsdienstige elite van die tijd die hij “adderengebroed” durfde te noemen. En hij provoceerde hen door de geldwisselaars de tempel uit te smijten. Zoon van God
Dit is een twistpunt: de islam gelooft er niet in, het christendom - na vele eeuwen discussie - wel. Zelf noemt hij zich niet ‘de Zoon van God’ in de exclusieve betekenis daarvan. Hij spreekt over zichzelf als “de mensenzoon”, ofwel “een mens”. Hij noemt God “mijn vader”, maar dit mag iedereen doen: wij zijn allemaal kinderen van God, als we dit tenminste waar maken en waardig zijn door God en onze naasten lief te hebben. Dan kan men waardig bevonden worden een kind van God genoemd te worden. Van een claim dat hij DE Zoon van God zou zijn, God en mens tegelijk, spreekt hij nergens. Dit is allemaal later zo uitgelegd. De Heilige GeestHet christendom spreekt van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest als ‘de drievuldigheid’ ofwel van één God in drie personen. De islam gelooft hier niet in, die benadrukt de Tawied, de Eenheid, de Uniciteit van God. Van oudsher spreekt o.a. de gnostiek over een mannelijke God en over een
vrouwelijke God genaamd Sophia, Wijsheid. En over een zoon van hen beiden. Maar ja, dat gedoe van een God met een vrouw om een zoon te verwekken, zelfs al zijn ze allebei geest, dat kon natuurlijk niet in de ogen van de latere kerkvaders, dus zij hebben er een man van gemaakt: de Heilige Geest.
Het Credo geeft genitum, non factum, ofwel geboren, niet geschapen, geboren uit de Vader dan, zonder vrouw, en uit de Vader en de Zoon komt dan weer de Heilige Geest voort qui ex Patre filioque procedit, die voortkomt uit de Vader en de Zoon. Deze opvatting, die drie lettertjes -que (en) was aanleiding tot de afscheiding van de Oosterse christenen. Theologie uit die tijd – en ik kan mij voorstellen dat wij nu denken ‘wat een gedoe allemaal’ – als moderne christen maak ik mij hier ook niet druk om - en dat de moslims hun Tawied, hun enige en unieke God aantrekkelijker vinden. In het evangelie is, ook in de oerbron Q, sprake van de komst van een helper van wie gezegd zal worden
een tekst uit psalm 21. Als we dit in het Arabisch vertalen, dan krijgen we Muhammad rasoel Allah, ofwel deel twee van de islamitische geloofsbelijdenis. Men gelooft dan dat de profeet Mohammed, de vrede en genade van Allah zij met hem, die beloofde helper ofwel profeet is – en dan meteen ook de laatste. In de oerbron Q is nergens sprake van een drievuldigheid, en eigenlijk ook heel weinig van theologie. Jezus was geen theoloog in de moderne betekenis, hij was eerder een leraar van wijsheid en ethiek, van humaniteit. Het koninkrijk van GodGod is liefdevol, zegt Jezus (en Mohammed) en die liefde wordt werkelijkheid als de mensen elkaar gaan liefhebben en helpen, als zij hun bezit, hun brood, gaan delen met elkaar – en wel: ook buiten de eigen familie, clan, stam of volk. Denk aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan die als voorbeeld wordt gesteld. Als de mensen dat doen, dan kan God heersen en breekt Zijn heerschappij aan, ofwel het Koningrijk van God, een centraal begrip in alle evangelies. Dat Koninkrijk is principieel geweldloos; men dient zijn vijand lief te hebben en de medemens steeds weer te vergeven, net zoals God dit doet. EthiekJezus bracht dus vooral een ethiek, een stel normen en waarden, waar hij zichzelf ook consequent aan hield:
Behoorlijk humanistisch dus, in moderne termen gezegd, en gevoed door een in die tijd gehele nieuwe kijk op de mens, een nieuwe wijsheidsleer ofwel filosofie. Die staat in dit boek
[* 3] uiteengezet, maar de bespreking ervan laat ik gaarne over aan de volgende twee sprekers, die vanuit de humanistische en filosofische hoek naar de historische figuur Jezus zullen gaan kijken.
DiscussieEr volgde een levendige discussie. De uiteenlopende visies hebben eeuwen lang christendom en islam in een wurgende greep gehouden, waardoor het onze voorouders niet gelukt is een interreligieuze vrede te bereiken. Die proberen wij nu wel te bereiken; die vrede is hard nodig. Daarbij zijn er kwesties die goed bespreekbaar zijn, maar ook kwesties die over en weer zo muurvast liggen dat we hierin alleen de verschillen kunnen erkennen en respecteren. Het gaat dan vooral over ‘de Drie-eenheid’ en ‘het zoonschap’.
Over deze kwesties laatste vindt in het christendom nu wel een discussie plaats. Termen worden opnieuw vertaald en anders uitgelegd. Historisch en tekst-kritisch onderzoek wordt alom verricht nu. In de islam ligt dit moeilijker, al is het wel zo dat in praktijk de meeste moslims niet alle teksten meer letterlijk nemen, maar zoeken naar een diepere metaforische betekenis. LiteratuurDe bronnen van deze lezing
[*1] Paul Verhoeven, Jezus van Nazaret, Meulenhof 2008, ISBN 978 90 290 891 7
[Terug] Overige genoemde bronnen
[* a] Florewntino Garciá Martínez & Eibert Tigchelaar, Fragmenten uit de woestijn; De Dode-Zeerollen opnieuw bekeken; Meinema 2003, ISBN 90 211 3947 2. [Terug] |