25 mei 1999
SpanningGisteravond kon ik niet in slaap komen. Dit is vaker, de laatste tijd. Ik voel een spanning en weet niet waar deze vandaan komt. Gisteren trokken hele boeken (verhalen) die ik gelezen heb mijn geestesoog in bed voorbij en zelfs de hele film Titanic: het verhaal van het compleet mislukken van een bepaald narcistische optie. Het schip kon niet zinken, dus reddingsboten waren toch niet nodig. Juist ja, dit liep dus even anders. Ik ben maar weer beneden gaan zitten en wat gaan lezen. Ik schreef wel op, dat ik toch weer eens bezig moest gaan met die boeken als het Werkboek Celestijnse Belofte, Omgaan met De Schaduwkant en Het Innerlijke Kind. Ik droomde de laatste tijd nogal eens van de dood, hetgeen in droomtaal betekent dat er een verandering op til is. Droom: Geen moeder nu; wel chaos, maar ook perspectief.Uitleg 1Ik ben opgegroeid in Den Haag in het Laakkwartier. Vanuit de binnenstad ga je langs een water naar het Rijswijkse Plein. Je ziet dan rechts het NS station Hollands Spoor, maar gaat rechtdoor, onder een lage en smalle tunnel het spoor onderdoor, langs het nieuwe postkantoor de Rijswijkseweg op. Je zag het vroeger niet, maar rechts achter de hoge huizen begon een fabriekswijk met fabriekshavens en schepen, waar mijn vader werkte, welke wijk ik dus redelijk goed kende. Maar je zag 'm van daaraf niet. Je ging rechtdoor, de brug over en dan nog wat straatjes en je was er. Twee jaar en langer geleden legde ik deze route nu en dan af per tram, op weg naar mijn moeder in haar toenmalige verpleegtehuis - en later, op weg naar het graf en naar mijn zus. Dit hele gebied wordt gerenoveerd. Het station en het stationsplein wordt ingrijpend gerenoveerd. De fabrieken verhuizen naar een industrieterrein en worden vervangen door huizen. De fabriekshavens veranderen creatief in recreatiehavens. Het plein, de weg, het viaduct en de brug werden breder en de huizen zijn vervangen. Heel creatief heeft men de huizenrij lager gemaakt en even onderbroken door een brede weg naar de recreatiehavens en nieuwe woonbuurt. Je ziet dit als je snel genoeg rechts kijkt vanuit de tram. Welnu, dit beeld gebruikte mijn geest om mij kennelijk iets duidelijk te maken. De droomSituatieIk was daar op die route. Niet per tram: lopend. Zo ongeveer alle renovaties vonden tegelijk plaats in de droom. Ik kwam aan bij het Rijswijkse plein in reconstructie, dus voornamelijk een plein van zand. Rechts het station, ook in het zand. Het viaduct onder het spoor: alleen maar zand te zien. Ik was wel op weg naar mijn ouderlijk huis, hetgeen ik puur beleefde als: op weg naar mijn moeder. Dwalen / Route 1Als zo vaak in mijn dromen: dwalen, zoeken, dwalen. Ik kwam uit bij het station en ver rechts daarvan, tot weer rechtsaf helemaal tot in de binnenstad weer, tot bij de Jacobskerk helemaal in het centrum weer. Weer opnieuw maar zoeken en dwalen. Dit duurde een aardige poos en het gebeuren had een heel intensief belevingsgehalte. Het was ook niet 'lopen op een weg, wetend waar je heen moet', maar 'zwoegen door het zand, zoekend waar je in 's hemelsnaam naar toe moet'. Cruciale passageDaar ontdekte ik eindelijk het viaduct waar ik, door het zand, onder door moest en daar kwam ik op de volgende zandvlakte die eens de Rijskwijkseweg geweest was. Daar zag ik mijn moeder lopen, met een hondje. Ik heb geen enkele rationele verklaring voor wat ik in de droom deed en voelde: "Nee!" en ik keerde onmiddellijk terug. Rationeel zou ik direct naar haar toegelopen zijn; trouwens, ook emotioneel. Zij was immers het doel van mijn zoektocht en zij zou mij zeker naar haar huis kunnen geleiden door al deze zandvlaktes heen. Maar ik voelde intensief dit "Nee!" en keerde resoluut terug. Dwalen /route 2Deze is gelijk aan route 1: weer langs het station, weer helemaal terug tot de Jacobskerk, weer terug, maar nu niet onder het viaduct door, maar toch langs het station, maar ik ontdekte een nieuw gebouwde brug voor voetgangers over het spoor heen. Heel hoog en smal, zoals doorgaans de bruggen in mijn dromen zijn. De nieuwe brug kwam uit op het dak van het postkantoor, d.w.z. van het nieuwe, daaraan vast gebouwde gedeelte. Hier had ik in eerste instantie een uitzicht en overzicht. De nieuwe buurt met de recreatie havens ontging mij op dat moment, omdat ik - andermaal - alleen goed keek om de route naar mijn moeder te vinden. Ik had, zo hoog staande, het idee dat ik deze vanuit de diepte van het viaduct [?=het gevoel vanuit mijn jeugd?] nooit kon vinden, maar vanuit dit bredere perspectief [inzicht] in tweede instantie wel kon vinden. Ik daalde langs trappen af en vond inderdaad de route - ten tweede male de Rijswijkseweg in het zand nog. Ander perspectiefIk volgde nu deze weg, kwam bij het stuk waar men een nieuwe weg rechtsaf had aangelegd, en werd getroffen door het uitzicht, het perspectief. Daar bleef de droom ook bij: bij dit perspectief. Geen moeder te zien, maar wel: een doorkijk naar de havens en woningen, een enkele fabriek nog - thans kantoor waarschijnlijk - en een kerk die knapjes leek op de St JacobsKerk van het centrum, hoewel een dergelijke doorkijk - qua landkaart - technisch niet mogelijk was, maar je weet maar nooit. Ik keek met verbazing naar dit nieuwe perspectief: hoe knap en creatief had men dit ontworpen en aangelegd! Wat een ruimte daar, die woningen, dat water en die en havens! Ik moest natuurlijk verder naar mijn moeder, maar mijn droom eindigde bij dit perspectief, bij de verbazing erover en bij het gevoel van ruimte, licht en energie dat ik bij het zien van dit perspectief had. Uitleg 2In die fabriekswijk werkte mijn vader. Ik ben er vaak genoeg geweest om Pa z'n brood te brengen en en passant door de imposante wijk met fabrieken, havens, hijskranen en schepen te zwerven. Als Pa nog geen minuutje voor je heeft, moet je toch wat rondzien, als kind en zoon. De (resterende) fabrieken (kantoren), maar ook de imposante kerk met forse toren verwijzen naar mijn vader. Thuis was hij 'weinig waard, hooguit als probleem'. Hij was meer te vinden in De Fabriek en in De Kerk, waarin hij Penningmeester van het Kerkbestuur had, met een prominente Plaats Voor in De Kerk. Dit was Pa: Fabriek, Werk en Kerk, punt. Vreemd, natuurlijk, die lieve moeder van mij met haar hondje (moeder had geen hond: zij had kinderen, waaronder haar prinsje, de jongste zoon: ik!) zo te ontwijken, terug te gaan en de ruimte en het perspectief te ontdekken van wat een vader - zij het niet thuis - te bieden heeft. In ieder geval voor mij is dit heel vreemd, want juist dit is in mijn jeugd niet gebeurd. Ik ontweek Pa - maar daarmee ook de mannelijke bestaanswijze en werd uiteindelijk een evenbeeld van mijn moeder: de zorgzame jeugdleider / groepsleider / orthopedagoog / vader / pleegvader / plaatsvervangend ouder… en toen ging er na de scheiding toch iets mis: ik verwisselde de kind- en partnerverhouding 'even' met elkaar, met desastreuze gevolgen. Nu raap ik de restanten, al zorgend, bijeen en tracht ze weer aan elkaar te knopen opeen nieuwe en betere manier - sinds zo'n tien jaar alweer, overigens: sinds pleegkind Fransje en daarna Danny. Nader overdachtOnder de douche had ik niet speciaal het idee deze droom mij goed te herinneren. Ik douchte gewoon en dacht vagelijk dat ik bij het hond uitlaten er goed aan zou doen, de flarden herinneringen aan deze droom eens op te roepen. Onverwacht dus, stond mij ineens heel scherp een passage uit het zo gewraakte rapport van de DPD voor ogen. Ik waag het nu (=de volgende nacht, anders kan ik toch weer niet slapen) niet, dit rapport op te vissen en letterlijk te citeren, maar het komt hierop neer, dat ik de innerlijke conflicten uit mijn jeugd toen niet heb kunnen oplossen en dat ik deze nog steeds in mij mee draag en projecteer(de) op mijn omgeving, i.h.b. de kinderen die ik daarom niet kan missen. Zo'n samenvatting, de mijne nu, is ook meer waard dan een veelvoud van citaten, waartegen ik mij toch alleen maar verzet. Ik zag het ineens. Wat was dit innerlijke conflict dan? Ik wist het al douchend al en kon het al hond uitlatend formuleren: het was het intense verlangen naar een passief-afhankelijke intieme en (dus groei-bevorderende) verhouding met mijn vader. Ja, leuk verlangen, ook genetisch (in de genen) geprogrammeerd (ter wille van het voortbestaan van de soort/de stam/de familie), maar het kon toen 'even' niet. Pa was onbereikbaar, in ieder geval zolang ik Ma zodanig vasthield en zij mij. Pa was voor haar vermoedelijk even onbereikbaar als voor mij en als voor alle 13 kinderen Gieles. Wat loont dan voor Ma meer dan een Prinsje, haar jongste zoon, en voor mij De Moeder als destijds enige houvast? Ma nam pleegkinderen, waaronder Henkie, maar dit verliep voor mij ook desastreus door zijn plotselinge en blijvende, traumatische, vertrek - wellicht ook voor mijn moeder. Sindsdien kon ik niet meer zonder (pleeg)kinderen om mij heen. Ik word echter ouder en zwakker - fysiek althans - en dit zal toch niet zo kunnen blijven, zeker niet meer als een must, een niet zonder kunnen. Dit zou ook voor Danny niet goed zijn. Had Martijn niet als enige bezwaar tegen mij dat het moeilijk was om zich los van mij te maken? Het wordt tijd om mijn oude innerlijke conflicten eens op te lossen. Ik heb het idee dat dit gaande is, al verbaas ik mij over de manier waarop dit gaat, in al die dromen. Ik had al eerder en droom waarin ik mijn moeder beval "Laat dat kind van je toch eens los!" Nu had ik een droom waarin ik haar los liet, wederom dwaalde, maar een perspectief zag dat toch verwijst naar de vader, althans naar een mannelijke bestaanswijze, beperkt nog uitgedrukt ik De Fabriek en De kerk: zijn wijze van invulling, er zijn wellicht betere en rijkere. Zoiets kan ook alleen in een droom, want dit heb ik nooit van mijn leven kunnen bedenken. Ja, (gaandeweg onbewust en verdrongen) kunnen verlangen, maar daar werd door Pa, maar ook door mij niets mee gedaan. Nu ja, ik deed mijn best en werd een zo goed mogelijke (pleeg/plvv)vader met een hoog gehalte aan moederlijke uitstraling of vormgeving. Probleem wel voor mijn ex-vrouw: zo'n man. Eens zien wat ik er nu mee kan doen. |