Vorige Start Omhoog Volgende

CYCLUSFASE III:

Het beproeven van betere handelwijzen in een cyclisch proces  

Inleiding 

In zeven maanden is zeven maal de cyclus van het onderzoek in engere zin afgelegd, zoals deze in de hoofdstukken III en IV is geschetst en zoals deze hiernaast nog eens is weergegeven. Een chronologisch verslag zou te lang en verwarrend worden; meerdere onderwerpen zijn in meerdere notities en teambesprekingen aan bod gekomen. Daarom is hier gekozen voor een inhoudelijke ordening aan de hand van drie onderwerpen, die elk in meerdere notities besproken zijn. 

1. Anders omgaan met conflicten... 

... en met jongens 
(in de periode januari t/m maart 1982). 

(1) Een andere interpretatie

De respectloze wijze van schrijven in het logboek hield onmiddellijk na het teamgesprek van 5 januari op. 

" Er zijn langzaamaan meer fragmenten te lezen waarin (een zoeken naar) begrip ( ...) te lezen valt. De toon van schrijven wordt milder, meer zoekend dan veroordelend. Ook zeljkritischer: meer ' ik weet niet wat ik ermee aan moet' dan' hij deugt niet'. De grondhouding van de groepsleiding komt mij anders over dan voor de kerstvakantie." (notitie nr 2)

[*] 
a  ordenen
b  selecteren
c  coderen
d  analyseren
e  vergelijken
f  abstraheren & redeneren
g  rapporteren

"We zijn zelf veranderd" zeggen de teamleden (teamgesprek 16/2 ).  "Onder de behoefte aan verzet of dominantie ligt eigenlijk de behoef!e aan contact" (teamgesprek 16/2 ). [*5] 

[*5] Men kijkt nu dus ook door de ogen van de jongens naar de situatie; dit is een herinterpretatie van de (conflict)situatie.
Vlg. Heinze e.a. (1975 p 145): De eenzijdige interpretatie van de leersituatie door de leraren moest doorbroken worden en veranderd in een herinterpretatie waarin ook de leefwereld van de leerlingen betrokken was. Pas daardoor kon de 'Pädagogische Diskurs', het gesprek tussen leraar en leerlingen over het leerproces, hersteld worden. Dit gebeurde na een kritische reflectie mét de leerlingen over het leerproces, zoals dat verlopen was.

[Blz. 116] 

(2) Andere doelen

De doelen waren slechts zelden vermeld in de logboekverhalen. Uit de gekozen werkwijzen (zie hierna) valt af te leiden dat alle teamleden de contactkloof wilden overbruggen, uit hun rol van 'oppasser' wilden komen en de vicieuze cirkel wilden doorbreken. Het leggen van contact, het handhaven of herstellen daarvan, kreeg als doel voorrang boven het letten op de regels. Men wilde zonder sancties gaan werken. 

(3) Andere werkwijzen

Hierin zijn de logboekverhalen wel duidelijk. De nieuw gevonden werkwijzen zijn onder de volgende noemers te brengen: 

a. Twijfelen

De schrik en de bewustwording van de contactkloof bracht in de eerste plaats vooral twijfel teweeg; ineens was het vanzelfsprekende niet meer vanzelfsprekend. De leiding trad minder zelfverzekerd op. Vaak wist zij niet wat te doen en deed zij in eerste instantie niets, al dan niet met het verbaal uiten van twijfel.

b. De jongens niet meer uit de groep sturen

Tussen 5 en 12 januari lezen we nog drie maal dat de leiding het trio apart zet; als afloop lezen we: 

gespannen rust, 

stiekem doorgaan met pesten en 

weer volop doorklieren daarna. 

 

Op 11 januari vertrekt de top-informele leider naar een andere groep en vanaf dat ogenblik vinden leiding en jongens kennelijk de moed om het anders met elkaar aan te gaan pakken. Vanaf 11 januari is niet meer te lezen dat er een jongen uit de groepshuiskamer werd gestuurd, in scherpe tegenstelling tot de maanden daarvoor. De conflicten werden nu dus midden in de groep aangepakt.

c. Spontane en afgesproken groepsgesprekken

Het gebeuren werd in de hele groep uitgepraat. Daarbij nam de leiding het conflict niet meer over van de jongen als die botste met een ander; ze hielp de jongens om de kwestie met elkaar uit te praten.

d. Steun aan allen

De opstelling vóór 'de positievelingen' en tégen 'het trio' is na 11 januari vrij radikaal verlaten. Na het vertrek van de top-jongen was er al snel weer een trio gevormd, maar de leiding gaf nu ook steun aan de (nieuwe) trio-jongens zelf, zowel aan hen als groepje als aan elk van hen apart. 
Er was begrip voor het feit dat zij voor elkaar hun gezicht niet konden verliezen; er werd geholpen met de fiets, het huiswerk, het corvee, het kamer opruimen en het oplossen van ruzies. 
De steun nam vaak de vorm aan van aanwezig blijven bij de jongen. Herhaaldelijk is te lezen hoezeer vooral Kees, de nieuwe top-jongen, de aanwezigheid van een mens naast zich op prijs stelde -- en niet alleen als oppasser. 

e. Gesprekjes

De groepsleiding nam een jongen wel eens even apart en bleef er dan zelf bij; niet om hem de groep uit te sturen,maar om uit te praten wat er gebeurd was. Deze gesprekjes hadden niet meer het karakter van een 'preek'. 

f. Activiteiten met de jongens

Op voorstel van de jongens zelf organiseerde de leiding niet meer zozeer activiteiten voor de jongens, maar deed deze activiteiten met de jongens. 

g. Grenzen stellen als persoon

'Duidelijkbeid' was een sleutelwoord in het taalgebruik van het team: jongens moeten duidelijkheid hebben, weten waar ze aan toe zijn. In de oude werkwijze betekende dit: hameren op de regels, de voor allen geldende grenzen van wat wel en niet mag. Voorheen werd bij een regelovertreding de jongen meestal uit de groep gestuurd. 

Nu dit niet meer gebeurde, hielden de jongens echt niet op met klieren als de leiding niets meer deed dan ze niet uit de groep sturen; ze gingen gewoon door. Daardoor werd de groepsleiding gedwongen om zelfbaar eigen grenzen van dat moment aan te geven. Het advies om biervoor de ik-vorm te gebruiken is blijkens de verbalen ook opgevolgd en tot ieders verbazing werkte de nieuwe vorm veel beter dan de oude. 

 

[Blz. 117]

Als we het bovenstaande, van (1) t/m (3) overzien 

en iets abstracter formuleren, dan laten de veranderingen zich clusteren als drie kenmerken van een voor dit team nieuwe handelwijze: 

1e) Een andere grondhouding en positiekeuze: niet meer als oppasser en regelsteller boven en tegenover de jongens, maar meer als persoon naast en met de jongens. Dit werkt door in de interpretatie van de situaties en in de doelen die zij kiezen.

2e) Minder gebruik van macht en overwicht in de werkwijze (zie a, b, e en g hierboven). 

3e) M eer werken op communicatie- en contactbevorderende wijze:

a) het bevorderen van communicatie en contact tussen de jongens (b, c, den t);

b) het communiceren als persoon wanneer men zelf in conflict is (e en g) en daarbuiten (f). 

Bovengenoemde werkwijzen zijn geformuleerd op grond van de logboekverhalen, de abstractie is geformuleerd met behulp van de in de eerste groep ontwikkelde concept-theorie [(zie p 96)]

(4) Een andere afloop

Tussen 12 januari en 18 februari heeft zich een proces afgespeeld dat het groepsklimaat volkomen veranderd heeft.

Nu de conflicten direct in de groep werden opgepakt, ging de groep tegendruk geven aan de 'sfeerverziekers', vooral het nieuwe trio Kees, Ferry en Carlo. Met name Rudi en Geert gaven tegenspel. We zien in de verhalen meerdere jongens leiderschapsfuncties vervullen en we zien de informele leiders hun leiderschap op een andere manier uitoefenen: ze verzinnen activiteiten, organiseren die en nemen verzorgende taken op zich.

Nu wordt ook van andere jongens, voorheen 'de positievelingen' klieren en pesten beschreven. Het klieren van de trio-jongens, voorheen steevast als van hen uitgaande geïnterpreteerd, wordt nu geïnterpreteerd als reactie op initiatieven van anderen. Van de trio-jongens worden nu ook 'positieve' dingen beschreven. Ze zijn uit hun stereotype rol bevrijd.

De jongens zijn echt niet in engelen veranderd. Er werd gestolen, maar dit verdween niet in een stofwolk, 't kwam op tafel. Er werd vernield, maar ook gerepareerd. Het hobbykamertje, voorheen in feite een separeer, werd knutselkamertje waarin de leiding met de jongens bezig ging.

Sfeer verbeteren (logboek 1/2)

"Verder waren alle jongens goed bezig. Rudi en Frodo hebben met Kees en Ferry gepraat en verder alle jongens individueel benaderd met de vraag, hoe ze samen de sfeer kunnen verbeteren en op de beste manier met conflicten om kunnen gaan. Ze hebben alle jongens benaderd, maar de leiding werd overgeslagen!! 
lk heb gezegd dat ik ook bij de groep hoor, en Nia ook. Dit pikten ze vrij goed op." (Charles) 

Rollenspel (logboek 4/2)

"Aan tafel ontstond een complete rolverwisseling: Geert werd Pieter ( groepsleider, FG ), Kees werd Berend en Berend werd Kees. leder ging op de plaats zit ten van wie hij de rol speelde. Ferry en Pieter wisselden eerst ook, maar dit beviel niet zo best. Daarna speelden ze hun eigen rol weer. 
Berend deed het goed en Kees ook. Ferry sloeg door en de stop sloeg door. Dat was het eind. 
We hebben er daarna wel even over gepraat. Ging goed. Er werden behoorlijk creatieve dingen gezegd. Ook werd het, net als bij het rollenspel, een opeenstapeling van uitingen. We denken dat de jongens er veel in zijn kwijtgeraakt." 

'Teamvergadering' (logboek 12/2)

"We hebben ook nog een rollenspel gedaan. De jongens speelden de leiding in teamvergadering. Het probleem dat besproken werd was dat de leiding vond dat ze vaak niet bij de groep hoorde en hoe ze daar van at konden komen. Dat was natuurlijk wel erg moeilijk voor de jongens om te spelen, maar er kwam toch wat uit, te weten: de leiding moet meer met de jongens doen! Daarna nog limonade gedronken. Gezellig."

Na de krokusvakantie, half februari, waren er nog wel conflicten over het 'klieren en pesten' van de (trio-)jongens Kees en Ferry , maar dit kwam minder vaak voor. Conflicten werden meestal direct, zo niet nog dezelfde dag opgelost en overheersten de sfeer niet meer. Meestal werd in het logboek een sfeerbeschrijving van de dienst opgeschreven en deze ademde een volkomen andere sfeer dan in de tijd van de eerste klimaatschets. 

 

[Blz 118] 

We lezen nu regelmatig woorden als "goede sfeer, actieve middag, fijne morgen, ongedwongen sfeer, ontspannen, heerlijke actieve morgen, fijn gewerkt." 

Vader& moeder (logboek 6/3)

"Gezellige maaltijd. Geen gekat, gezellig gebabbel. Ton (groepsleider, FG) en ik waren vader en moeder, Berend werd opa ( ...). 
De hele bende door elkaar heen aan het stoeien. Ontzettend fijn hoe dit ging. Geen toestanden. veel samenwerking, veel lachen. Ferry kon er niet bij, kreeg ruzie met Frodo. Gevolg: iedereen bij mij op de leiderskamer ( ...). 
Om elf uur met z'n allen in pyjama, slaapzak en kussen voor de tv een thriller gekeken. Veel verhalen tussendoor en veel aandacht voor elkaar. Wilden in de groep blijven slapen." (Nia) 

Lid van de groep (logboek 9/3)

"De groep corrigeerde zich zelf vandaag, dit ging prima. Ik kon gewoon lid zijn van de groep, behalve tijdens de studie." 

Kindje (logboek 25/3)

" Frodo en ik buiten in de zon gelegen op 't grasveld, lekker keuvelen en 'kindje spelen' ." (Mieke)

(5) Een andere bevinding

In het logboek staat vrijwel dagelijks beschreven hoe de groepsleider zichzelf voelde na de dienst. Deze passages zijn uit het logboek gelicht en bijeen geplakt. De bevinding is beduidend anders dan in de maanden hiervoor. Wat bleef was een element van spanning: 'Wat staat me te wachten?' vooraf en vermoeidheid achteraf. Wat nieuw was en voordien ontbrak: plezier in het samenzijn met de jongens en een verhoogde betrokkenheid bij de jongens.

Meer betrokken (logboek 5/3)

"Ik merk dat ik de laatste tijd meer betrokken ben bij de jongens, 't team. Ben er zelfblij mee. Ik ga met meer plezier hier naar toe en heb veel (positieve) energie. Zou ik dan eindelijk door het 'zwarte gat' heen zijn?' (Mieke) 

Lieflijk (logboek 16/3)

"Met Kees een heel fijne dag gehad. Ik merk aan mezelf dat ik me ook erg in hem interesseer, hij fascineert me: hoe hij bijvoorbeeld wegloopt van tafel, nadat Bas (student-stagiair, FG ) per ongeluk een beker water omstoot, waar hij iets nat van wordt, en dan later beneden komt en lieflijk met z'n konijn aan tafel zit." (Pieter ) 

 (6)Andere inzichten

Het vertrek van de topjongen Oene op 11/1 en de komst van groepsleider Charles op 1/1 zullen van invloed geweest zijn op de markante veranderingen die daarna plaats vonden. 

Een theorie echter die zegt dat het aanstellen van een goede groepsleider en het wegsturen van de lastigste jongen van de groep op zich voldoende is voor zo'n grote verandering in handelwijze van het team en in het klimaat in de groep, kan de toets der kritische argumentatie mijns inziens toch niet doorstaan. Er was immers onmiddellijk een nieuw trio gevormd. Aannemelijker lijkt het mij dat de handelwijze van Charles het team op het spoor heeft gezet van een betere handelwijze en dat het vertrek van Oene aan jongens en leiding de ruimte bood en de moed gaf om het eens anders met elkaar te proberen. Het lijkt mij dan ook de moeite waard die andere handelwijze met inzichten te funderen.

"Het belangrijkste lijkt toch te zijn: het bevorderen van communicatie in de hele groep, inclusief informele leiders en groepsleiders. In ieder geval is communicatie belangrijker dan regels. Niet zozeer de regels (de grenzen van wat wel en niet mag), als wel de grenzen van wat mensen (jongens en groepsleiders) verdragen moeten duidelijk zijn: de grenzen van mensen. Deze liggen bij mensen nooit hetzelfde; ze verschillen per mens, per situatie en per moment. Dus moeten die grenzen steeds weer aan de ander worden overgeseind. (...) Dat gebeurt in communicatieprocessen. Het gaande houden van de communiciestroom is daarom belangrijk. (...)

Communicatie gaande houden is belangrijker dan regels handhaven. Grenzen van mensen steeds weer overseinbaar houden is belangrijker dan grenzen van gedrag eenduidig en voor allen vast te stellen." ( notitie 3 )

[Blz. 119] 

Teamgesprek16/2:

Pieter:
"Ik ben nu zelf veranderd: minder bang mijn gevoel te laten zien."

Ton:
"Ik ben rustiger en laat meer van mezelf zien."

Mieke:
"Ik spring niet meer overal op in, laat meer ruimte. Dat geeft mij rust. Ik laat ook mijn gevoel meer zien."

Charles:
"Het valt mij op dat de jongens hun conflicten zelf oplossen."

Nia:
"Ik ben rustiger, kijk meer naar ze. Ik vang nu meer hun signalen op. Ik neem hun conflicten niet meer over. Ik heb nu meer ruimte voor mezelf ook."

Teamgesprek 23/3:

"Klieren kan betekenen: contact verstoren dat anderen hebben. Dat help je dan herstellen."

"Ik heb last van de ballast van het pedagogiekboek. Maar mijn kompas is nu meer: de jongen en de groepsleider in de situatie, niet dat pedagogiekboek."

"In de teambespreking kun je samen zoeken naar de betekenis van het gedrag. Signalen verstaan, betekenis zoeken, antwoord geven -- daarover is overleg mogelijk. Het wordt dan een ander teamgesprek."

In de laatste citaten is ook

(7) een andere zoekweg,

het later onderkende element nr (7) van het handelen, te herkennen.

 

Vorige Start Omhoog Volgende