Citaten uit
Twee dagen serieus islamitisch, en dan
naar McDonalds
De Koran geeft
Marokkaans-Nederlandse jongeren houvast, maar in de praktijk is het
slechts een van hun loyaliteiten
Sheila Kamerman, NRC 17 april 2008
Voor moslimjongeren is de islam een
onderdeel van hun identiteit. Maar hoe meer ze erop worden aangesproken,
hoe meer ze zich moslim voelen, zegt onderzoeker De Koning.
Het hoofd van het islamitische meisje is
altijd onderwerp van gesprek. Als er een hoofddoek omheen zit, moet ze
uitleggen waarom ze die draagt. Zit er geen hoofddoek omheen, dan wordt
haar gevraagd waarom niet. Ze moet uitleg geven aan moslims en aan
niet-moslims. Ze wordt, kortom, constant aangesproken op haar
moslim-zijn.
Ook islamitische jongens worden door
anderen allereerst als moslim gecategoriseerd. Het is, zegt antropoloog
Martijn de Koning, dus niet zo gek dat de islam een belangrijk onderdeel
is van de identiteit van moslimjongeren.
Hij onderzocht hoe
Marokkaans-Nederlandse jongeren tussen de 12 en 20 jaar hun religieuze
identiteit vormen. Vandaag verdedigt hij zijn proefschrift aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam.
Hij wilde weten hoe moslims zichzelf
zien in een tijd dat de islam steeds meer aandacht krijgt van
niet-moslims. En welke rol de opkomst van de (orthodoxe)
salafi-bewegingen speelt, en het belang dat ouders hechten aan de islam.
De Koning onderzocht dat op een
onconventionele manier. Hij verschanste zich een aantal jaren in de
Marokkaanse moskee Nour in Gouda. In de lokalen voor huiswerkbegeleiding
om precies te zijn, op de begane grond voor de jongens, op de zoldervoor
de meisjes. |
|
'De islam is flexibel, je
aanpassen is simpel'
Yassin Abouyaala (32),
bestuurder moskee Nour, studeert islamitische geestelijke
verzorging:
[...]
"Aanvankelijk ervoer ik
hier een grote leegte. Ik was niet op zoek naar een identiteit.
Die had ik al gevonden. In de islam. Maar ik miste mijn vrienden
uit Marokko die dezelfde intentie in het leven hadden als ik.
Met intentie bedoel ik dat alles
wat je doet een islamitische activiteit wordt. Alles wat je
doet, doe je omwille van Allah.
Pas toen ik in Nederland jongens
had gevonden die met dezelfde intentie leven als ik, begon ik me
thuis te voelen.
[...]
Als je hier als moslim leeft,
moet je je aanpassen. Dat kan eenvoudig. De islam is een
flexibel geloof. Ik leg dat altijd uit aan de hand van de zin:
Wacht niet doden.
|
Als je zegt: Wacht, niet
doden! dan betekent het: Niet doden! |
|
Zeg je: Wacht niet, doden!
dan is het een bevel tot moord. Het gaat erom waar je de
komma zet. |
Zo kan je de islam strikt
interpreteren, maar ook rekkelijk. Het is maar net waar je de
komma zet. |
Dat was de deal met de moskee: De Koning mocht onderzoek
doen, als hij de jongeren zou helpen bij hun huiswerk en het organiseren
van activiteiten voor hen. Het kon niet beter, zegt hij. Tussen het
huiswerk maken door, praatten we over alle andere zaken die hen
bezighielden.
En dat is sport. Vrienden. School.
Andere activiteiten. Én de islam. Natuurlijk, zegt De Koning, die in
1999 met zijn onderzoek begon.
"Ze zijn er mee opgegroeid, het
is deel van wat ze zijn. Van hun ouders krijgen ze te horen wat
volgens de islam haram (verboden) is en wat halal
(toegestaan). Ze worden geacht daarnaar te leven. De islam geeft hun
houvast."
Vanuit dat kader kunnen ze de
buitenwereld tegemoet treden. Maar daarbinnen zoeken ze een eigen weg.
De Marokkaans-Nederlandse jongeren in de
moskee afficheren zich het liefst als moslim, niet als Marokkaan.
[...]
"Een moslim zijn én een
Nederlander gaat prima samen, vinden ze, al zijn er dan culturele
verschillen."
[...]
"Zij zijn op zoek naar wie ze
zijn. Moslimjongeren vinden zichzelf in de islam-scene, zoals
Nederlandse jongeren zichzelf wellicht vinden in de hiphop of
rap-scene."
Sinds 2001 volgen een aantal
gebeurtenissen elkaar op die de hang naar de islam van de jongeren sterk
doet toenemen.
[...]
"Voor het eerst ontstond het
gevoel, zegt De Koning, van een grote tegenstelling tussen moslims en
Nederlanders, dat het wellicht niet kan samengaan. Dat is nieuw. In
discussie met autochtonen moeten moslims voortdurend verantwoording
afleggen."
[...]
Het leidt tot een sterkere hang naar de
islam. Veel jongeren zoeken naar een zo zuiver mogelijke islam, de islam
uit de tijd van de profeet. Die zuivere, authentieke islam geeft hun in
discussie met andere moslims en niet-moslims kracht en legitimiteit.
Ze zetten zich af tegen de islam van hun
ouders. Ze vinden die te veel vermengd met Marokkaanse cultuur.
In de praktijk leidt dat tot een
obsessie met regels en rituelen, zegt De Koning. Bidden, vasten,
ritueel wassen, ze willen precies weten hoe het hoort. Vaak vragen ze
via internet elkaar, of religieuze autoriteiten, om raad."
[...]
Leven deze jongeren als orthodoxe
moslims? De Koning:
"Een klein aantal wel. Maar
verreweg de meesten niet. Als je een jongen vraagt of hij vijf keer
per dag bidt, zegt hij ja. Omdat hij vindt dat hij dat zou moeten
doen. In praktijk gebeurt dat niet. De islam is één van hun
loyaliteiten. Zo maken ze vaak een pragmatische afweging."
[...]
De Koning:
"Door hen altijd als moslim aan te
spreken, maken we hen religieuzer dan ze zijn. Die hoofddoek,
bijvoorbeeld, dragen ze misschien alleen omdat hun moeder of vriendin
het ook doet."
[...]