[Terug naar het artikel over de islam]
Citaten uitMohammed was een uiterst complexe persoonlijkheidTon Crijnen; Trouw 24 september 2004 Barnaby Rogerson: Mohammed,
biografie van de Profeet. Voor moslims is hij de Rasoel Allah, de Gezondene van God, het menselijk archetype van volmaakte ontvankelijkheid voor het Hogere. Niet-islamieten daarentegen zien in hem vaak de satanisch-perverse verwekker van een gewelddadige godsdienst. De Engelsman Barnaby Rogerson heeft een poging gedaan dit zwart-witbeeld grijs bij te kleuren. Zijn, in eigen land veelbejubelde, boek is nu in Nederlandse vertaling uitgekomen. [...] Rogerson, een historicus, zit met zijn 'bio' tussen twee uitersten: de weinig kritische levensbeschrijving door landgenoot Karen Armstrong (1996) en het robuste magnum opus van de Fransman Maxime Rodinson (1961). In een op zichzelf lofwaardige poging afstand te nemen van de westerse karaktermoord op Mohammed geeft hij niet altijd even overtuigende verklaringen voor de negatieve kanten van het leven van de Profeet. Een kenmerkend voorbeeld is de manier waarop Rogerson het, op Mohammeds bevel, uitmoorden van de Joodse Banoe Koeraiza-stam (627) beargumenteert.
[...] Wat Rogersons biografie toch interessant maakt zijn drie zaken:
Rogersons Mohammed is een gekwelde visionair die zich tevens een geslepen diplomaat en bekwaam strateeg toonde. In zijn complex gedragspatroon wisselden meedogenloosheid en medelijden elkaar af, stonden momenten van grote gepassioneerdheid en geestelijke onrust naast ogenblikken van berekenend aanwenden van geweld. Overigens vormde dat geweld niet de kern van zijn boodschap. De biograaf benadrukt dat Mohammeds richtlijnen voor zaken als strafrecht en de positie van de vrouwen moderne oren soms doen tuiten, maar dat ze een grote vooruitgang vormden in een tijd vol rechteloosheid en minachting voor het vrouwelijke. Mohammed, zo maakt Rogerson duidelijk, was niet de enige in het Arabië van de zevende eeuw die zich profeet van Allah noemde, visioenen kreeg en goddelijke openbaringen in berijmd proza doorgaf. Het illustreert zijn genialiteit dat het alleen hem lukte die boodschap zodanig te doen aansluiten bij opkomende gevoelens van individualiteit en monotheïsme dat ze onder Arabieren uiteindelijk algemene zeggingskracht kreeg. Bestaande Arabische religieuze praktijken, zoals de pelgrimage (hadj) en de gewijde ommegang rond de gewijde steen (ka'aba), werden naadloos opgenomen in het nieuwe geloof. Dat pretendeerde niet veel meer dan een regionale voortzetting te zijn van de bestaande joods-christelijke traditie. Niemand, aldus Rogerson, zou meer verbaasd zijn geweest dan de Profeet als hij had kunnen zien hoe de islam nog geen honderd jaar later een wereldreligie was geworden. |
[Terug naar het artikel over de islam]