Vorige Start Omhoog

Samenvatting

[Blz. 241]

Voor het werk van de inrichtingswerker, ook groepsleider of leefsituatiewerker genoemd, is vakkunde en vakkennis nodig. Hiertoe zou de beroepsopleiding de toekomstige werker moeten uitrusten. Echter: op de vraag welke kunde en kennis er nodig is, bestaan vele antwoorden. Zowel in het werkveld als in de opleiding werd de klacht vernomen dat opleiding en praktijk niet goed op elkaar zouden aansluiten. Nu is in het werkveld op ervaring gebaseerde kennis aanwezig. Indien deze kennis expliciet, helder, ontwikkeld en overdraagbaar zou worden, zou er een fonds van ervaringskennis ontstaan waaruit werkveld en opleiding zouden kunnen putten.

De vraag of en zo ja: hoe een dergelijk fonds gevormd en ontwikkeld zou kunnen worden en tot welke resultaten dit leidt, is de vraagstelling van dit onderzoek.

Het type kennis waar vraag naar is, is hier genoemd: 'weten te handelen'.

Om dit type kennis te ontwikkelen is beroep gedaan op de methodologie van een betrekkelijk nieuw type onderzoek: het handelingsonderzoek

Dat is onderzoek waarin praktijkwerkers zelf hun eigen handelwijze onderzoeken en ontwikkelen. Om de handelwijze te kunnen onderzoeken dient deze onder woorden te worden gebracht: het verhaal over het handelen dient verteld te worden, geanalyseerd te worden en in een kritische dialectische dialoog ('discours' geheten) besproken te worden. Daardoor komen ideeën op omtrent het (beter) weten te handelen. Deze ideeën worden in de praktijk gebracht, waarover weer wordt verteld, welk verhaal weer wordt geanalyseerd en besproken. In dit cirkelvormige proces kan het gezochte type kennis, weten te handelen, ontstaan en ook ontwikkeld worden.

Om het verhaal compleet te kunnen vertellen, te analyseren en te bespreken, is het begrip 'handelen' uiteengelegd in zeven elementen, aan de hand waarvan het verhaal gevraagd, geschreven, geanalyseerd en besproken wordt. Op deze wijze zijn in dit project 750 verhalen van groepsleiders en docenten inrichtingwerk onderzocht.

Dit onderzoek vond plaats in twee regio's, elk onderverdeeld in enkele kringen, waarin 44 praktijkwerkers (groepsleiders, begeleiders en docenten) en twee projectleiders hebben deelgenomen, gedurende ruim twee jaar.

Het bleek inderdaad mogelijk om op deze wijze de in het werken opleidingsveld aanwezige kennis expliciet en helder te maken, alsook deze te ontwikkelen tot methodiek. De overdraagbaarheid van deze methodiek bleek wel problemen op te leveren. Vermoed wordt dat het doorlopen van het proces van het uitvinden van methodiek een voorwaarde is voor het kunnen gebruiken van het produkt daarvan. Methodiekontwikkeling zou een permanente taak zijn voor praktijkwerkers, docenten en studenten in dit beroep.

De inhoudelijke resultaten verschillen enigszins per regio, kring, per type bewoners en per type opleiding, doch laten ook een duidelijke lijn zien. Om zijn werk, het bevorderen van zelfontwikkeling van de bewoners, goed te doen, dient de groepsleider te werken naar en aan een verhouding tot zijn bewoners die hier 'dialogisch' is genoemd. Dat is een verhouding waarin het persoon-zijn van werker èn cliënt optimaal gerealiseerd wordt. Daartoe is contact nodig met het voelen, willen en denken van cliënt en werker. Dat contact neemt vele vormen aan, waaronder het behartigen van de zorg en het samenzijn in het dagelijkse leven de belangrijkste zijn. Het zo nodig realiseren van overwicht is hieraan ondergeschikt. Daarbij dient gedoseerd en beheerst van kracht, soms van macht, en zo min mogelijk van overmacht gebruik gemaakt te worden.

Dit vereist een bepaalde grondhouding, bepaalde vaardigheden en een bepaald 

[Blz. 242]

type kennis. Die zouden in de opleiding bevorderd dienen te worden. In essentie wordt dan de ontwikkeling van de student als persoon bevorderd. Dat bleek ook mogelijk middels de methode van het ervarend leren. Dat begint bij ervaring die aangeboden en/of bewust wordt gemaakt, waarover vervolgens verteld en gereflecteerd wordt -dus in een leerproces dat in essentie gelijk is aan het proces van het ontwikkelen van methodiek.

Dat proces is in dit verslag uitvoerig verantwoord, beschreven, geïllustreerd met praktijkverhalen en inhoudelijke resultaten, en voorzien van aanbevelingen voor het opzetten van methodiekontwikkeling door inrichtingswerkers, docenten en wetenschappers gezamenlijk.

Vorige Start Omhoog