Drie verhalen, geschreven in
militaire dienst,
over de clubhuiskinderen aan wie ik toen gitaarles gaf.
'De orthopedagoog in de dop', zogezegd.
De Teddy Bear
[...] de eens zo levendige, vrolijke en speelse Teddy van vroeger sloot zich op
in zijn onontwarbare gevoelens. Hij werd eenzaam, leefde koud en stil alleen
verder. Hij zei weinig, dacht weinig maar voelde des te meer. [...]
Veel werd er over hem gepraat, maar niemand sprak er mét hem.
Hij zei trouwens niet veel, hij leek stil, een stil en diep meer, waar binnenin
leven was, dat zich aan de oppervlakte alleen in enkele driftbuien en in zijn
stugheid thuis liet raden.
Ik zal buiten op je wachten
Door de vele beïnvloeding van moeder tegen vader en omgekeerd heeft hij
zich hermetisch afgesloten. Een gezonde reactie die hem op de been houdt, een
evenwicht bewaart. Ondanks alles is hij in staat binnen zijn omheining gelukkig
te zijn op zijn geheel eigen wijze: de afzondering, de gedachteloosheid, de
eenzaamheid waarin hij leeft.
Viering zonder uitzicht
Deze middag ben ik met ze meegegaan. Ik wist dat ze elke zondagmiddag door de
stad zwerven en naar de film gaan. Meestal zeggen we dan: "We moeten ze
meenemen, de vrije natuur in, dat is gezond voor ze." Maar deze middag deed
ik het andersom: de viering van het eenjarig bestaan van hun bandje mochten ze
zelf uitkiezen.