Angst voor herhalingAlternatieven voor agressie en zondebokvormingKorte lezing bij Movies that Matter, Amsterdam, 21 maart 2012. De Frans E J Gieles, forensisch orthopedagoog, sinds dertig jaar vrijwilliger (NVSH) bij het helpen van mensen met pedofiele gevoelens. De documentaire: No Entry, No ExitJulie Kreuzer & Mareille Klein hebben een documentaire gemaakt over gebeurtenissen in een Duits dorp waar een man, Karl, vrij kwam uit de gevangenis, waar hij vijftien jaar had gezeten wegens ontucht met een kind; hij trok in bij zijn broer. De dorpsbewoners demonstreren 315 dagen lang grimmig en agressief tegen de man en zijn broer. Zij bestrijden ook de mensen die een dialoog willen openen en naar diplomatieke oplossingen zoeken. Karl ontvlucht het dorp, zoek tevergeefs ander onderdag en meldt zich uiteindelijk weer bij de gevangenis.
"Opgelet! Kindermisbruiker!" The documentairemakers nemen een neutrale positie in, met aandacht voor beide kampen in het conflict. Zij proberen niet een monster neer te zetten, maar een mens. Angst voor herhaling
Cijfers over recidiveDeze geven het percentage weer van de mensen die in herhaling vervallen. met deze cijfers wordt ook de kans ingeschat dat iemand in herhaling valt. Dezelfde cijfers worden ook gebruikt om het resultaat te schatten van therapie, hulp of toezicht, dus van de waarde van de gevolgde methodiek.
Cijfers over veroordeling
Dus de mensen die onlangs een man in Hengelo aanvielen, een bestuurslid van de Vereniging Martijn, wilden hiermee een misdrijf voorkomen dat een kans heeft van 0,7%. De kans dat hun kinderen een ongeluk zou overkomen door hun eigen auto of die van hun buren is vele malen hoger. Dit is niet echt rationeel te noemen. De zaken waar we nu over spreken zitten vol emotionaliteit, niet vol met rationaliteit. Laten we, wij, hier, vandaag, in elk geval proberen wel rationeel te blijven. Kijken we nog even naar de cijfers. Helpt behandeling en hulpverlening nu ook?
Oh jee ... het gemiddelde na behandeling of hulpverlening ligt dus tussen de 10 en 15%, maar dit is vrijwel gelijk aan het algemene gemiddelde van 13,4%. Betekent dit dat hulpverlening niet helpt? Nee. Het verschil zit 'm niet in het gemiddelde - dit blijkt vrij constant te zijn - maar in de standaarddeviatie: de breedte van de curve. Zie de globaal geschetste curven hieronder:
De eerste curve, met het gemiddelde van 13,4%, heeft rechts een staart. Links van het gemiddelde zitten de meeste incest-gevallen: veel gevallen, weinig recidive. Rechts zitten de gevallen buiten het gezin: minder gevallen, meer recidive. Dit is vrij logisch: incest herhaalt zich niet zo snel omdat de dader van zijn kinderen wordt weggehaald. Ook wordt incest vaak laat aangegeven; de dochters zijn dan alweer heel wat ouder geworden en herhaling is vaak niet mogelijk. In het rechter gebied zitten, nu ja, laten we maar even zeggen, de paters en broeders van de internaten, die elk jaar weer een lichting nieuwe leerlingen kregen, zodat herhaling eerder mogelijk is. De tweede curve, die na behandeling of hulpverlening, komt dichter bij een normaalverdeling, de zogeheten Bell-curve; die heeft z'n staart verloren - juist in het gebied waar men zo bang voor is: gevallen buiten het gezin. Het helpt dus wel. Laat ik nog even opmerken ...
Wel zorg, geen paniekAl deze cijfers staan voor niet toegestane seksuele contacten met kinderen. Op zich vallen ze nog wel mee, maar elk geval is er natuurlijk een teveel. Ze zijn dan ook wel aanleiding tot zorg, maar niet tot paniek - op zijn minst geen aanleiding om mensen aan te vallen en uit de gemeenschap te bannen. Door dit wel te doen, vergoot je de boosheid en de stress, en verhoog je dus juist het risico van herhaling dat je wilt vermijden. De cijfers geven eerder aanleiding tot het zoeken naar andere methoden. Anders te werk gaanHet aanbieden van behandeling, hulpverlening, steun en toezicht is al heel wat beter geschikt om herhaling te voorkomen en herintegratie in de samenleving te bevorderen. Voor 'de zwaardere gevallen' zou behandeling in aanmerking kunnen komen, maar in de meeste gevallen is - zo meen ik en heb ik ervaren - hulp en steun voldoende. Er zijn genoeg mensen met pedofiele gevoelens die psychisch en sociaal heel normaal functioneren in de samenleving. Zij zijn niet geobsedeerd en houden zich aan de wet. Voor hen is behandeling niet per se nodig; nu en dan wat hulp en steun zal al voldoen. Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid ('COSA')In het bijzonder wil ik werkwijze vermelden die hierboven
genoemd wordt. Deze is beschreven door Kirkegaard and Northey in in
vertaling te vinden op Het artikel beschrijft het zondebokproces zoals we dit in de film hebben kunnen zien, en een alternatieve oplossing: steunkringen. Dit zijn groepen burgers die de persoon na diens vrijlating helpen te re-integreren in de samenleving en om niet in herhaling te vallen door isolement te voorkomen en een sociaal netwerk aan te bieden. Ze zijn begonnen in Canada op initiatief van kerken. De eerste 32 kringen rapporteerden slechts een geval van herhaling van een seksueel delict; dit is een recidive van 3%. Onlangs is Reclassering Nederland ook begonnen met het werken met zulke groepen. Zie < http://www.cosanederland.nl >. Van de ondersteunde persoon wordt ook iets
verwacht: afspraken maken en zich eraan houden. Dit lijkt mij niet al te
moeilijk, zolang de afspraken redelijk zijn - eventueel een diplomatiek
compromis.
ZelfhulpgroepenEen andere alternatieve werkvorm die ik wil noemen zijn de zelfhulpgroepen die we in Nederland en Duitsland sinds vele jaren kennen. In deze groepen komen mensen met pedofiele gevoelens in persoon bij elkaar en helpen elkaar bij het vinden van een manier van leven die legaal en sociaal is. Sinds een dertig jaar ben ik de gespreksleider van een van die groepen. Let wel: geen therapeut, want men helpt elkaar; het is hulpverlening, geen therapie. Ik leid alleen het gesprek - en daarmee een beetje het groepsproces. Ik heb geprobeerd het recidive-percentage van de mensen die ik zo ontmoet heb, zo goed mogelijk te schatten, voor zover dit mogelijk was. Ik kom dan uit op een percentage van - alweer - 10 - 15%: hetzelfde als dat van de professionele behandelingsgroepen - en weer in de buurt van de eerder genoemde algemene 13,4%, dat kennelijk een vrij algemeen cijfer is. ( < www.jorisoost.nl/
>> EthiekLast but not least wil ik melden dat groepen van mensen met pedofiele gevoelens die elkaar in real life kunnen (en mogen) ontmoeten, in elk geval naar mijn ervaring, geen strategieën ontwikkelen om kinderen te verleiden, noch ook om spannende plaatjes down te loaden, nee, zij ontwikkelen ethiek. Onlangs heeft de Vereniging Martijn dit gedaan: De verklaring erkent de kans op schade, ook achteraf na aanvankelijk gewenste seksuele contacten, en raadt aan dit risico niet te nemen. In een apart artikel rapporteer
ik dat deze ethiek het resultaat is van een langdurige discussie in
regionale, landelijke en internationale groepen: Ik sluit af met het citeren van het slot van het stuk van de Vereniging Martijn:
|