Bijlage
1
Relevante
wetgeving in het Wetboek van Strafrecht is: -
Art. 240b lid 1: Degene die een afbeelding – of een gegevensdrager,
bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor
personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekt, aanbiedt of vertoont
aan een minderjarige van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze
jonger is dan zestien jaar wordt gestraft. -
Art. 244: Hij die met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren
handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam wordt gestraft. -
Art. 245 lid 1: Hij die met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar
nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige
handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam wordt gestraft. -
Art. 247: Hij die iemand met de leeftijd beneden die zestien jaren buiten
echt ontuchtige handelingen pleegt of tot het plegen of dulden van zodanige
handelingen buiten echt met een derde verleidt wordt gestraft. -
Art. 248a: Hij die door giften of beloften van geld of goed, misbruik van
uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend uit overwicht of misleiding een
minderjarige, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden,
opzettelijk beweegt ontuchtige handelingen met hem te plegen of zodanig
handelingen van hem te dulden wordt gestraft. -
Art. 248b: Hij die ontucht pleegt met iemand die zich beschikbaar stelt
tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die
de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft
bereikt, wordt gestraft. -
Art. 249 lid 1: Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind,
stiefkind of pleegkind, zijn pupil, en aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid
toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte wordt
gestraft. -
Art. 250 lid 1: Hij die het plegen van ontucht door zijn minderjarige
kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, en aan zijn zorg, opleiding of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of
ondergeschikte met een derde opzettelijk teweegbrengt of bevorderd wordt
gestraft. -
Art 250 lid 2: Hij die buiten de gevallen genoemd onder lid 1 het plegen
van ontucht door een minderjarige wiens minderjarigheid hij kent of
redelijkerwijs moet vermoeden, met een derde opzettelijk teweegbrengt of
bevordert wordt gestraft. |