door Fokko Omta, Trouw, Podium, 18 juli 2005
Fokko F. Omta is predikant van de gereformeerde kerk van Krabbendam.
In zijn column van 14 juli stelt Ephimenco dat het niet stigmatiserend is om de meerderheid van vredelievende moslims aan te spreken op het terrorisme van te veel van hun geloofsgenoten.
Dat is op zichzelf juist, maar vervelend is dat het wel stigmatiserend werkt. Spreek een groep van relatieve 'buitenstaanders' in een samenleving (de moslimgemeenschap in een westers land) lang genoeg - en het liefst met enig verwijt in je stem - aan op de wandaden van een geïsoleerde minderheid uit haar midden en het tegenovergestelde van wat je beoogt, treedt op.
In plaats van zich totaal te distantiëren, treedt bij velen gaandeweg juist eerder een vorm van identificatie op. Natuurlijk, de afkeuring van een daartoe onder druk gezette moslimraad komt er wel, maar tegelijk zie je de neiging om sommige motieven achter de terreur te verklaren of begrijpelijk te maken.
Dat terroristen zelf hun wandaden beschouwen als voortvloeiend uit islam of Koran is duidelijk, maar het is van het grootste belang dat hun deze eer niet wordt gegund. Ik bedoel de eer dat hun daden ook maar iets van doen zouden hebben met het geloof van de grote meerderheid der moslims.
Daarom is zuiverheid van spreken geboden en lijkt het mij van het grootste belang om niet langer te spreken van moslim-terrorisme, moslim-fundamentalisme etc., maar bijvoorbeeld van Al-Kaidaterrorisme. Daarmee wordt, om te beginnen in ons woordgebruik, voorkomen dat terrorisme en moslims gaan samenvallen, in werkelijkheid of in beeldvorming.
In Engeland is men op alle niveau's al veel langer bezig om terrorisme en islam heel bewust uit elkaar te houden. Daarom is het niet toevallig dat de Britse Moslimraad de aanslagen van 7/7 op dezelfde dag reeds scherp heeft veroordeeld.
Graag wil ik Ephimenco uitnodigen om als commilito deze strijd voor zuivere onderscheidingen te voeren. Dat zou aan moslims de minimaal benodigde ruimte en vrijheid verschaffen om desgewenst hun positie tegenover het Al-Kaidaterrorisme te verwoorden. Aan min of meer afgedwongen betuigingen van afschuw heeft niemand iets. Erger, ze werken averechts.