Eens in de
winter leefde stille
beschermd en ingekapseld
een knop
In de lente
groeide zij open
in frisse prille pracht
in kracht van klein-zijn
schoonheid ontluikend
Zo ook met
ons
De zomer bloeiend en lang
bracht warmte en schoonheid
doch geen volle bloei
Er bleef
voor mij een gemis
Schrale grond, koude wind
opvoeding, normen, de maatschappij
dáárin groeide de plant ik-en-jij
En nu, nu
is het herfst
Ik voel dat ondanks mijn wil
ons contact takje voor tak
van mij afbrokkelt
Het wordt
minder en minder
zwak als het blad
dat verkleurt en verzwakt
het valt af en verwaait
Of meer als
het zaad?
dat verwaait en zich plant
op een plek toch niet ver
van de boom waar het afwoei ?
Het zaad
vindt zijn weg
Het leeft goed beschermd
en zal dan ontkiemen
en leven ZIJN leven
En de boom?
Hij leeft voort
Ja hij voelt zich beschadigd
Het is guur en zo koud, maar
nieuwe vruchten zal hij dragen
Het is waar
en ik weet dit
Het is pijnlijk en hard
Pijn in mijn stam en mijn takken
mijn wortels, pain in in my heart