Ik leef ineens als eenling
niet meer een tweetal
kind en zorgende volwassene
Toch eenheid, heelheid
Het kind is er niet meer
De dieren nog
om mijn verborgen kinderziel
te ontvangen, te dragen en te delen
Ik draag mijzelf, word gedragen
Goddelijke Kracht in mij
Oceaan waarin ik ben
waaruit ik kwam, waarheen ik terug zal keren
Innerlijke Kracht
tot eenheid, heelheid
De
rivier raakt niet in de war
van een wind die rimpels geeft
De rivier stroomt door
Ook
bij een storm
want winden waaien altijd weg
De rivier stroomt door
Waarheid is sterker dan winden