Samenvatting
|
een positie van waaruit gekeken wordt en | |
een visie die richtinggevend en funderend is. |
De gekozen
positie is die van de groepsleider in de dagelijkse leefsituatie, die steeds
weer zijn handelwijze moet kiezen en dus over een handelingsrepertoire dient te
beschikken waarmee hij weet te handelen waar anderen het niet meer wisten. Dat
type kennis ontwikkelen is het doel van onderzoek in de orthopedagogiek, een
praktische wetenschap.
Alvorens de visie die dit onderzoek fundeert weer te geven, zijn de in de orthopedagogiek vigerende visies ingedeeld aan de hand van de kernbegrippen 'handelen' en 'gedrag'. Achter beide begrippen gaat een visie op mens en wetenschap schuil, respectievelijk de handelingsvisie en de gedragsvisie genoemd. In het schema op p 27 zijn beide visies kort weergegeven.
Nu gaat het in de orthopedagogiek om
hulpverleners, opvoeders en kinderen die zich, binnen een samenleving, in een
problematische opvoedingssituatie bevinden. Men kan elk van hen beschouwen als
handelende persoon dan wel als zich gedragend wezen. Dit maakt een driedeling
mogelijk van visies in de orthopedagogiek:
(A)
het gedragsmodel dat kind en volwassene beziet in de gedragsvisie. | |
(B)
het interventiemodel dat de volwassene als handelende persoon opvat maar het
kind ziet als een zich gedragend wezen op wiens gedrag de volwassene met
effectieve interventies | |
(C) het handelingsmodel dat volwassene én kind beziet in de handelingsvisie. |
In dit
onderzoek is gekozen voor het handelingsmodel.
Funderend
voor dit onderzoek is de visie op de mens als handelend wezen. Weliswaar een
kwetsbaar wezen, maar ook een handig en verstandig wezen dat zich door zijn
vermogen tot handelen, in communicatie met andere mensen, een cultuur kan
scheppen; een wezen dat zichzelf bewust kan zijn en in principe een vrije wil
kan hebben en daardoor als persoon kan leven. Dat leven verloopt procesmatig,
dynamisch en dialectisch. Met 'mens' wordt zowel volwassene, bejaarde, als kind
en tehuiskind bedoeld. Een holistische, programmatische en dialectische visie
fundeert dit onderzoek.
Na
het weergeven van deze visie zijn de kernbegrippen 'handelen', 'gedrag' en hun
samenhang en verschil, alsmede de kernbegrippen 'persoon' en 'dialoog'
omschreven, waarna de visie op kinderen en tehuiskinderen als handelende
personen nog nader is toegelicht.
Tenslotte
is beschreven hoe de orthopedagogiek als wetenschap in het handelingsmodel te
werk zou kunnen gaan. Het is dan een praktische, hermeneutische, dialectische en
vanuit haar aard ook kritische wetenschap. Haar methodologie neemt afstand van
het primaat van de positivistische werkwijzen en kiest de
geesteswetenschappelijke (dus hermeneutisch-dialectische) en de kritische
methoden als primaat. Met behulp van deze methoden tracht de orthopedagogiek de
horizon van het in de algemene pedagogiek bekende te verbreden en nieuwe
handelingsmogelijkheden en funderende visies te ontdekken. Een onderzoeksmethode
die voor de (residentiële) orthopedagogiek in deze zin passend zou kunnen zijn,
het handelingsonderzoek, wordt in het volgende hoofdstuk besproken.